Uitspraak
2.De feiten
3.Het verzoek
primair:bepaling dat voortaan aan haar alleen het gezag over [minderjarige] toekomt,
subsidiair:aan haar vervangende toestemming te verlenen om voor en ten behoeve van [minderjarige] , zonder dat daartoe medewerking of toestemming van de man noodzakelijk is en op basis van deze beschikking, te kunnen:
- te bepalen dat de man het recht op het hebben van zorg- en/of omgangscontacten met [minderjarige] wordt ontzegd, danwel een dusdanige zorg-/omgangsregeling vast te stellen als de rechtbank, na daartoe eventueel advies van de Raad te hebben verzocht en verkregen, in het belang van [minderjarige] acht;
- te bepalen dat het hoofdverblijf van [minderjarige] bij haar is.
- vaststelling van een zorgregeling waarbij [minderjarige] bij de man verblijft één keer in de veertien dagen van vrijdagavond tot zondagavond 19.00 uur, en de helft van de erkende feestdagen en schoolvakanties;
- het geven van een opdracht aan de Raad om tot nadere advisering te komen ten aanzien van de belangen van [minderjarige] .
4.De beoordeling
5.De beslissing
21 januari 2025 pro forma;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.