Uitspraak
2.De feiten
3.De verzoeken
4.De beoordeling
haar oude dag warm kan doorbrengen”. Ook op de mondelinge behandeling heeft de vrouw bevestigd dat deze polissen zijn aangekocht zodat partijen wat meer geld zouden hebben als zij niet meer zouden werken. De rechtbank begrijpt dat als de vrouw de koopsompolissen in 2019 en 2021 ineens had laten uitkeren, deze uitkeringen (mogelijk) aangemerkt waren als privévermogen en vanwege de huwelijkse voorwaarden buiten de verdeling zouden zijn gebleven. Echter, zij heeft (om fiscale redenen) ervoor gekozen om de koopsompolissen in delen te laten uitkeren. Het gevolg van deze keuze is dat deze uitkeringen nu worden aangemerkt als inkomen. Dit wordt bevestigd door de overgelegde aangiftes inkomstenbelasting. Hieruit volgt dat er inkomstenbelasting wordt gerekend over deze uitkeringen. De rechtbank overweegt nog dat de vraag of partijen tijdens hun samenleving van deze periodieke uitkeringen hebben geleefd niet relevant is. Ingevolge voormelde aanbevelingen gaat het er bij de berekening van het NBGI immers om welk bedrag partijen beschikbaar hadden om van te leven. Ook al stonden de uitkeringen op een spaarrekening van de vrouw, ze waren wel beschikbaar voor partijen. In dat verband wijst de rechtbank er nog op dat ook niet bekend is of de inkomsten van de man, die immers volledig worden meegenomen in de berekening van het NBGI, wel helemaal zijn opgesoupeerd, of dat hij hier ook van heeft gespaard. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de uitkeringen van de koopsompolissen van Nationale Nederlanden ter hoogte van € 13.289,= per jaar meenemen bij de berekening van het NBI van de vrouw.
5.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.