ECLI:NL:RBZWB:2024:7209

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 oktober 2024
Publicatiedatum
23 oktober 2024
Zaaknummer
10978336 \ CV EXPL 24-879 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Buitengerechtelijke ontbinding van overeenkomsten voor websiteontwerp en SEO-campagne

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de buitengerechtelijke ontbinding van overeenkomsten tussen eiser en gedaagde centraal. Eiser, vertegenwoordigd door mr. I. de Gram, had met gedaagde, Grizzly New Marketing B.V., overeenkomsten gesloten voor het ontwerpen en bouwen van een website en het opzetten van een SEO-campagne. Eiser heeft in totaal € 11.083,60 aan gedaagde betaald, maar was ontevreden over de geleverde prestaties, met name het feit dat er geen operationele website was opgeleverd. Eiser heeft op 24 september 2023 de overeenkomsten buitengerechtelijk ontbonden en gedaagde gesommeerd tot terugbetaling van het betaalde bedrag.

De procedure omvatte een tussenvonnis en een mondelinge behandeling, waarbij gedaagde betwistte dat de overeenkomsten rechtsgeldig waren ontbonden. De kantonrechter oordeelde dat gedaagde in verzuim was geraakt door niet tijdig een operationele website op te leveren. De kantonrechter concludeerde dat eiser bevoegd was om de overeenkomsten te ontbinden en dat gedaagde het betaalde bedrag van € 11.083,60 aan eiser moest terugbetalen, minus een vergoeding van € 750,- voor reeds verrichte werkzaamheden. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van partijen in overeenkomsten van opdracht en de voorwaarden voor buitengerechtelijke ontbinding.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10978336 \ CV EXPL 24-879
Vonnis van 23 oktober 2024
in de zaak van
[eiser] H.O.D.N. [bedrijf van eiser],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. I. de Gram,
tegen
GRIZZLY NEW MARKETING B.V.,
te Breda,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Grizzly,
gemachtigde: mr. H.J. Dekker.

1.Waar de zaak over gaat

1.1.
Partijen hebben een overeenkomst gesloten voor het ontwerpen en bouwen van een website en een overeenkomst voor het opzetten van een SEO-campagne. Deze zaak gaat over de vraag of [eiser] deze overeenkomsten buitengerechtelijk mocht ontbinden.

2.Hoe de procedure is verlopen

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 29 mei 2024;
- de brief van [eiser] van 12 september 2024 met producties 16 tot en met 19;
- de mondelinge behandeling van 23 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waarbij Grizzly spreekaantekeningen heeft overgelegd waarvan het niet doorgehaalde deel is voorgedragen.
2.2.
Hierna is vonnis bepaald.

3.Van welke feiten de kantonrechter uitgaat

3.1.
Op 12 april 2023 zijn partijen overeengekomen dat Grizzly een website voor de onderneming van [eiser] zal ontwerpen en bouwen voor een bedrag van € 4.800,- exclusief btw. Partijen zijn toen ook overeengekomen dat Grizzly een SEO-campagne voor [eiser] zal opzetten. Voor die overeenkomst, met als ingangsdatum 28 april 2023 en een looptijd van één jaar, is een bedrag van € 4.360,- exclusief btw afgesproken.
3.2.
[eiser] heeft het totaalbedrag van € 9.160,- exclusief btw (€ 11.083,60 inclusief btw) aan Grizzly betaald.
3.3.
[eiser] is vervolgens begonnen met het ontwerpen en bouwen van de website en heeft doelgroep- en marktonderzoek verricht om zoekwoorden voor de SEO-campagne te kunnen bepalen.
3.4.
Op 15 mei 2023 heeft Grizzly een lijst met twintig zoekwoorden aan [eiser] gestuurd.
3.5.
Op 28 juli 2023 heeft Grizzly het design van de website opgeleverd aan [eiser] .
3.6.
Op 25 augustus 2023 heeft Grizzly een website, die nog niet (helemaal) gevuld was en lorem ipsum teksten bevatte, opgeleverd aan [eiser] .
3.7.
[eiser] heeft Grizzly diezelfde dag gemaild niet tevreden te zijn onder meer omdat teksten nog niet waren ingevuld en links niet werkten. [eiser] heeft Grizzly een termijn van tien werkdagen gegeven om het in orde te maken en aangegeven dat de website uiterlijk 15 september (de kantonrechter begrijpt: 2023) live moet gaan.
3.8.
Op 5 september 2023 heeft Grizzly [eiser] gemaild: “
(...) Ook ontvangen wij graag vanuit jullie wat content om op de website te plaatsen dit om de website te vullen aangezien wij niet genoeg content hebben om de hele website te vullen.
3.9.
Op 10 september 2023 heeft [eiser] content voor de website aangeleverd bij Grizzly.
3.10.
Grizzly heeft op 12 september 2023 gereageerd met: “
Super ik heb de teksten doorgezet naar onze technieker. Wij nemen dit direct op in de planning.
3.11.
Bij e-mail van 24 september 2023 heeft [eiser] de overeenkomsten met Grizzly buitengerechtelijk ontbonden en Grizzly gesommeerd tot terugbetaling van € 11.083,60. Grizzly heeft dit niet gedaan.

4.Waar de kantonrechter over moet oordelen

4.1.
[eiser] vordert - samengevat -:
a. te verklaren voor recht dat de overeenkomsten tussen partijen per 24 september 2023 buitengerechtelijk zijn ontbonden, althans deze overeenkomsten te ontbinden;
en verder veroordeling van Grizzly tot betaling van:
€ 11.083,60 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 oktober 2023;
€ 885,54 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding;
de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en nakosten.
4.2.
[eiser] legt daaraan - kort gezegd - ten grondslag dat Grizzly niet (tijdig) een volledig operationele website heeft gerealiseerd en niet is aangevangen met de werkzaamheden voor het optimaliseren van de website.
4.3.
Grizzly betwist dat de overeenkomsten rechtsgeldig zijn of kunnen worden ontbonden. Grizzly stelt dat zij door toedoen van [eiser] de overeengekomen werkzaamheden niet kon afronden en dat zij dus niet in verzuim is geraakt. Ook zijn volgens haar geen fatale termijnen afgesproken en heeft [eiser] geen redelijke termijn gesteld om alsnog na te komen. Grizzly concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiser] in de werkelijke proceskosten, tot de conclusie van antwoord begroot op € 9.240,- exclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.Hoe de kantonrechter oordeelt

Heeft [eiser] de waarheids- en volledigheidsplicht geschonden?
5.1.
Grizzly stelt dat [eiser] in strijd met de waarheids- en volledigheidsplicht van artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) heeft gehandeld. Zij stelt daartoe - kort gezegd - dat de dagvaarding een puzzel is, producties door elkaar staan, belangrijke stukken ontbreken en [eiser] een aantal onware stellingen heeft ingenomen. [eiser] betwist dit.
5.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter zijn de stellingen van Grizzly onvoldoende om te oordelen dat artikel 21 Rv is geschonden. Daarvoor is misleiding op essentiële punten nodig en niet gebleken is dat daarvan sprake is. Het was verder voor Grizzly voldoende duidelijk waartegen zij zich moest verweren. Het beroep van Grizzly slaagt dus niet.
Mocht [eiser] de overeenkomsten buitengerechtelijk ontbinden?
5.3.
Ter beantwoording ligt de vraag voor of [eiser] op 24 september 2023 bevoegd was om de overeenkomsten met Grizzly buitengerechtelijk te ontbinden.
5.4.
Om een overeenkomst te mogen ontbinden, moet er sprake zijn van een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit de overeenkomst. Daarnaast moet de schuldenaar in verzuim zijn als nakoming van de overeenkomst nog mogelijk is. [1]
Tekortkoming Grizzly
5.5.
Op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomsten moest Grizzly voor [eiser] een website ontwerpen en bouwen en een SEO-campagne opzetten. Vaststaat dat Grizzly ten aanzien van de beide overeenkomsten werkzaamheden heeft verricht. Zij heeft echter geen operationele website opgeleverd en heeft ook niet alle werkzaamheden die hoorden bij de SEO-campagne uitgevoerd. Grizzly is daarom in beginsel tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomsten met [eiser] .
Verzuim [eiser]
5.6.
Grizzly vindt dat [eiser] het haar heeft verhinderd om de overeenkomsten na te komen omdat [eiser] , ondanks verzoeken daartoe, niet (tijdig) content voor de website heeft aangeleverd. Met andere woorden, Grizzly vindt dat er sprake is van schuldeisersverzuim.
5.7.
Vooropgesteld wordt dat de tussen partijen gesloten overeenkomsten kwalificeren als overeenkomsten van opdracht. Een opdrachtnemer moet bij de uitvoering van zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen. [2] Mede gelet daarop was het aan Grizzly als professionele opdrachtnemer om tegen [eiser] duidelijk te zijn over wat van hem werd verwacht en wat zij nodig heeft om haar opdracht te kunnen uitvoeren. De kantonrechter stelt vast dat in de overeenkomst betreffende de website alleen is vermeld dat [eiser] drie voorbeeld websites moest aanleveren. Voor zover de stelling van Grizzly juist is dat zij niet verder kon met het bouwen van de website omdat [eiser] geen content aanleverde, dan had het op haar weg gelegen om [eiser] duidelijk aan te spreken op het uitblijven van content. Dat Grizzly dat heeft gedaan, is niet gebleken, zeker niet in die zin dat zij heeft aangegeven niet verder te kunnen met de uitvoering van haar opdracht. Bovendien heeft [eiser] kennelijk wel op 18 juli 2023 en vervolgens op 10 september 2023 content aangeleverd. Gelet op het voorgaande kan naar het oordeel van de kantonrechter niet worden gezegd dat [eiser] de nakoming van de opdracht heeft verhinderd. Het beroep op schuldeisersverzuim kan daarom niet slagen.
5.8.
Wie verantwoordelijk was voor het aanleveren van content voor de website en of er fatale termijnen zijn overeengekomen - partijen twisten daarover - kan in het midden blijven nu dit voor de uitkomst van deze zaak geen verschil maakt.
Verzuim Grizzly
5.9.
Met de e-mail van 25 augustus 2023 heeft [eiser] Grizzly in gebreke gesteld en tot 15 september 2023 de gelegenheid gegeven om alsnog een operationele website op te leveren. De kantonrechter vindt de gegeven termijn redelijk. Voor zover Grizzly zich op het standpunt stelt dat de gegeven termijn te kort was, dan had het op haar weg gelegen om dat aan [eiser] te laten weten. Niet gebleken is dat zij dat heeft gedaan. Omdat Grizzly binnen de gestelde termijn niet alsnog is nagekomen, is zij in verzuim geraakt. [3]
Bevoegdheid tot ontbinding
5.10.
Er is sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst en Grizzly is vanaf 15 september 2023 in verzuim. Niet gesteld of gebleken is dat de tekortkoming in dit geval, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. [eiser] mocht daarom de overeenkomsten bij e-mail van 24 september 2023 buitengerechtelijk ontbinden. De gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen.
Ongedaanmakingsverbintenis
5.11.
Doordat de overeenkomsten zijn ontbonden, moeten de prestaties van partijen ongedaan worden gemaakt. [4] Dat betekent dat het aan Grizzly betaalde bedrag van € 11.083,60 inclusief btw aan [eiser] moet worden terugbetaald. Aan de andere kant zou het betekenen dat het werk dat door Grizzly is uitgevoerd ook ongedaan moet worden gemaakt, maar dit is niet mogelijk. Er moet voor de prestatie die niet ongedaan kan worden gemaakt een waarde worden bepaald. Het gaat daarbij om de waarde die de prestatie voor [eiser] op het tijdstip van ontvangst werkelijk heeft gehad. [5]
5.12.
De kantonrechter volgt [eiser] in zijn stelling dat de door Grizzly verrichte prestatie voor het ontwerpen en bouwen van de website voor [eiser] geen waarde heeft gehad. Omdat er geen website aan [eiser] is opgeleverd, heeft hij namelijk niets aan de in dat kader door Grizzly verrichte werkzaamheden - volgens Grizzly was de website voor 80-90% af - gehad. [eiser] is daarvoor dan ook geen vergoeding verschuldigd.
5.13.
Ten aanzien van de overeenkomst voor de SEO-campagne wordt het volgende overwogen. De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] € 750,- inclusief btw aan Grizzly moet vergoeden voor het uitgevoerde doelgroep- en marktonderzoek en het opstellen van de trefwoordenlijst voor de SEO-campagne. Deze werkzaamheden waren onderdeel van de tussen partijen gesloten overeenkomst en niet in geschil is dat Grizzly deze werkzaamheden heeft verricht. [eiser] hoeft niet ook een vergoeding te betalen voor de SEO-teksten die Grizzly al had geschreven. Omdat deze teksten niet aan [eiser] zijn opgeleverd, zijn deze voor hem niet van waarde geweest.
5.14.
Op grond van het voorgaande moet Grizzly nog (€ 11.083,60 - € 750,- =) € 10.333,60 inclusief btw aan [eiser] terugbetalen. Grizzly wordt daartoe veroordeeld. De wettelijke rente daarover is toewijsbaar zoals gevorderd.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.15.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten is alleen hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten (hierna: het Besluit) bepaalde tarief. Door [eiser] is niet onderbouwd dat en waarom in dit geval een hoger bedrag dan het in het Besluit genoemde bedrag redelijk is. De kantonrechter zal de buitengerechtelijke incassokosten daarom toewijzen tot het wettelijke tarief berekend over de toegewezen hoofdsom. Dit betekent dat € 878,34 aan vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen, te vermeerderen met de daarover gevorderde wettelijke rente.
Totaal toe te wijzen bedrag
5.16.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
10.333,60
- buitengerechtelijke incassokosten
878,34
+
totaal
11.211,94
Proceskosten
5.17.
Grizzly is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De vordering van Grizzly om [eiser] te veroordelen in de werkelijke proceskosten zal dus niet worden beoordeeld. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
139,42
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,-)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.334,42
5.18.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt Grizzly om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 11.211,94, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 10.333,60 vanaf 8 oktober 2023 en over € 878,34 vanaf 26 februari 2024, tot de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt Grizzly in de proceskosten van € 1.334,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Grizzly niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.3.
veroordeelt Grizzly tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.

Voetnoten

1.Artikel 6:265 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 7:401 BW.
3.Artikel 6:82 lid 1 BW.
4.Artikel 6:271 BW.
5.Artikel 6:272 BW.