ECLI:NL:RBZWB:2024:7221

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 september 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
10858734 - MB VERZ 23-521
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 september 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de N256 Deltaweg, kruising Langeweg te Wilhelminadorp, op 18 mei 2023. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene het beroep opnieuw ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft de betrokkene verklaard dat zij verkeerd voorgesorteerd stond en dat haar partner had aangegeven rechtdoor te rijden. De betrokkene voerde aan dat er geen onveilige verkeerssituatie was en dat zij bij groen licht rechtdoor was gereden. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. E.J.T. Berkeljon, heeft echter betoogd dat de gedraging vaststaat en dat de betrokkene de regels heeft overtreden door niet linksaf te slaan en de doorgetrokken streep te overschrijden.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de gedraging. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene een risico heeft genomen door van rijbaan te wisselen na de stopstreep en dat de boete terecht is opgelegd. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om de boete te matigen en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, bijgestaan door griffier C.G. Zevenhuijzen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10858734 \ MB VERZ 23-521
CJIB-nummer : 3062 5422 5813 0848
uitspraakdatum : 30 september 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 30 september 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.J.T. Berkeljon (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorgaan bij driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op de N256 Deltaweg kruising Langeweg te Wilhelminadorp op 18 mei 2023 om 11.14 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene had voorgesorteerd maar haar partner gaf aan dat toch rechtdoor gereden moest worden. Betrokkene is daarom niet links afgeslagen maar rechtdoor gereden. Betrokkene is daarom niet door het rode verkeerslicht gereden maar heeft bij groen licht rechtdoor gereden. De partner van betrokkene had ruimte gecreëerd zodat betrokkene toch nog rechtdoor kon rijden. Er was geen sprake van een onveilige verkeerssituatie.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat een auto rechts naast betrokkene stond. Betrokkene vond het eng om vlak voor de andere auto naar rechts te gaan en ging daarom op de lijn staan om aan te geven dat ze rechtdoor ging. Betrokkene geeft aan zich er van bewust te zijn dat ze verkeerd voorgesorteerd stond, maar dat het duidelijk was dat betrokkene en haar partner rechtdoor zijn gegaan.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Op de foto is duidelijk te zien dat betrokkene op de rijstrook voor linksaf reed. De gedraging staat vast. Betrokkene had er voor moeten kiezen om linksaf te slaan en de doorgetrokken streep niet te overschrijden omdat dit niet is toegestaan.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Betrokkene heeft een risico genomen door van rijbaan te wisselen na de stopstreep en daarom een boete opgelegd gekregen. Een fout maken is menselijk, maar de regels zijn duidelijk en de overtreding daarvan komt voor rekening en risico van betrokkene. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: