ECLI:NL:RBZWB:2024:7222

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 september 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
10861646 - MB VERZ 24-2
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 september 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de N256 Deltaweg te Goes op 25 juni 2023. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene het beroep opnieuw ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft de betrokkene aangevoerd dat de boete niet redelijk is, omdat hij door een andere auto werd afgeleid en het rode verkeerslicht over het hoofd heeft gezien. De betrokkene benadrukte dat hij veel ervaring heeft met autorijden en altijd probeert hoffelijk te zijn in het verkeer. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat weggebruikers altijd moeten anticiperen op andere verkeerssituaties, en dat de gedraging van de betrokkene vaststaat.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de gedraging. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene zijn snelheid had moeten verlagen bij het naderen van het verkeerslicht, en dat de omstandigheden die de betrokkene aanvoerde geen aanleiding gaven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete werd daarom als terecht opgelegd beschouwd, en het beroep werd ongegrond verklaard.

De uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, bijgestaan door griffier C.G. Zevenhuijzen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. De betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10861646 \ MB VERZ 24-2
CJIB-nummer : 8062 5422 5897 9019
uitspraakdatum : 30 september 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 30 september 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.J.T. Berkeljon (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat op de N256 Deltaweg kruising Nieuwe Rijksweg te Goes op 25 juni 2023 om 12.26 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat
de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Aankomend rijdend naar het verkeerslicht week een auto uit naar links terwijl betrokkene er naast reed. Van schrik heeft betrokkene het rode verkeerslicht over het hoofd gezien. Betrokkene rijdt veel over de weg, anticipeert zoveel mogelijk op het overige verkeer en stelt zich hoffelijk op in het verkeer.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat hij op een N-weg reed en dat deze op een gegeven moment overging in twee rijstroken. Op de rechter rijstrook was het op dat moment heel druk.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het komt vaak voor dat andere weggebruikers voor plotselinge situaties zorgen, maar ook dan mag van een weggebruiker verwacht worden dat hierop wordt geanticipeerd. De gedraging staat vast.
Overwegingen
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Het verkeerslicht straalde vier seconden geel licht en al één seconde rood licht uit terwijl betrokkene met een gemiddelde snelheid van 80 km/u aan kwam rijden. Betrokkene had zijn snelheid moeten verlagen bij het naderen van het verkeerslicht. Het weggedrag van andere deelnemers maakt die verplichting niet anders.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: