ECLI:NL:RBZWB:2024:7227

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 september 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
10917835 - MB VERZ 24-93
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete ongegrond verklaard, gedraging staat vast

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 september 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het zodanig op de weg laten staan van een voertuig dat gevaar of hinder voor het verkeer kon ontstaan. De gedraging vond plaats op 29 oktober 2022 te Middelburg. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 30 september 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, mr. M. Lagas, was wel aanwezig. De zittingsvertegenwoordiger, mr. E.J.T. Berkeljon, heeft het verzoek gedaan om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de gedraging. De betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was, omdat zijn voertuig uitviel en hij het zo veilig mogelijk aan de kant had gezet. Echter, de kantonrechter oordeelde dat de omstandigheden voor rekening van de betrokkene kwamen en dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete werd als terecht opgelegd beschouwd.

De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10917835 \ MB VERZ 24-93
CJIB-nummer : 2062 5422 5343 8101
uitspraakdatum : 30 september 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 30 september 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.J.T. Berkeljon (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar wordt/kan worden veroorzaakt of verkeer wordt/kan worden gehinderd op Het Groene Woud te Middelburg op 29 oktober 2022 om 23.56 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Het voertuig van betrokkene viel uit midden op de weg omdat de brandstof op was. Betrokkene heeft zijn voertuig zo ver mogelijk aan de kant van de weg gezet. Betrokkene heeft aan de agenten aangegeven het voertuig zo veilig mogelijk te hebben weggezet. Omdat geen fotografische opname van de verweten gedraging is toegevoegd valt niet vast te stellen of het voertuig van betrokkene daadwerkelijk zo geparkeerd stond dat er gevaar of hinder werd of kon worden veroorzaakt. Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding en deze over te maken op het rekeningnummer van gemachtigde.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Omstandigheden die aan betrokkene te wijten zijn, zijn geen reden tot matiging.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De aangevoerde omstandigheden komen voor rekening en risico van betrokkene. Er is geen reden om te twijfelen aan de vaststelling van de verbalisant dat er sprake was van gevaar.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter verklaart:
- het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: