ECLI:NL:RBZWB:2024:723

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
22 januari 2024
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
C/02/417778 / FA RK 24/87
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging tot verplichte zorg voor betrokkene in verband met psychische stoornissen en alcoholverslaving

Op 22 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1960. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging aansluitend op een crisismaatregel, in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene verblijft momenteel in de accommodatie Stichting Emergis, waar hij is opgenomen vanwege ernstige psychische en verslavingsproblemen, waaronder alcoholdementie en de ziekte van Wernicke. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 januari 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene zelf, zijn advocaat, en zorgprofessionals. Betrokkene toonde verzet tegen de opname en de voorgestelde zorg, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet in staat is om voor zichzelf te zorgen en dat er een reëel gevaar bestaat voor zijn veiligheid en gezondheid. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van drie maanden, met als doel het afwenden van ernstig nadeel en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene. De rechtbank concludeerde dat de zorg in de huidige accommodatie voldoende is en dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits en schriftelijk uitgewerkt op 5 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/417778 / FA RK 24/87
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 22 januari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats 1] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P.M.J.T. Schumans te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift van 5 januari 2024, ingekomen ter griffie op 5 januari 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 4 januari 2024;
- de medische verklaring van 2 januari 2024;
- het zorgplan van 29 december 2023;
- de (niet ingevulde) zorgkaart van 29 december 2023;
- het politie informatie rapport Wvggz van 14 december 2023;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 januari 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , behandelaar;
- mevrouw [naam 2] , psychiater.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
- mevrouw [naam 3] , coassistent;
- [naam 4] , verpleegkundige.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
1.5
Betrokkene is tijdens de aanvang van de mondelinge behandeling aanwezig geweest. De rechter heeft betrokkene enkele vragen kunnen stellen, waar betrokkene op heeft geantwoord. Vervolgens heeft betrokkene de ruimte waarin het verhoor plaatsvond vanwege oplopende agitatie voortijdig verlaten. Met instemming van alle aanwezigen heeft de rechtbank de behandeling voortgezet buiten de aanwezigheid van betrokkene.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging aansluitend op een voortzetting van de crisismaatregel te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van drie maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene vertelt dat hij ups en downs ervaart. Hij is erg gehecht aan zijn familie, werk en thuis en dat gaat voor alles. Betrokkene benoemt voorts dat hij nog steeds in zijn eigen woning woont en geen betrokkenheid vanuit Stichting Emergis nodig heeft. Hij vindt het erg vervelend dat de psychiater en de behandelaar hem zwart maken en hem in een inrichting willen plaatsen, zeker omdat hij altijd meewerkt en zich netjes gedraagt. Daarbij benoemt betrokkene dat hij nog geen ruzie heeft gehad, maar wel in staat is om een vierkante tafel binnen vijf minuten rond te krijgen.
3.2
De advocaat benoemt dat betrokkene het voorliggende verzoek als een beschuldiging ervaart. Betrokkene wil dat het verzoek wordt afgewezen. Het is echter niet mogelijk om daarover met betrokkene in gesprek te gaan. De advocaat refereert zich derhalve aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Door de psychiater en de behandelaar van betrokkene is het volgende naar voren gebracht. Betrokkene verblijft sinds halverwege december 2023 met een crisismaatregel in Stichting Emergis nadat hij in het ziekenhuis was opgenomen vanwege een acute Wernicke als gevolg van zijn alcoholverslaving. Eerder werd aangegeven dat betrokkene gedurende een periode van zes weken abstinent moest zijn van alcohol, waarna er neuropsychologisch onderzoek kon worden verricht. Doordat de situatie van betrokkene in die periode vrijwel niet is verbeterd, is het niet meer nodig om dit onderzoek te verrichten. Er is sprake van een ernstig toestandsbeeld, vermoedelijk bestaande uit alcoholdementie. Als gevolg daarvan weet betrokkene vrijwel niets meer. Hij is gedesoriënteerd in tijd, plaats en persoon en vertelt geregeld onjuiste verhalen over zijn ouders en zijn werk; hij denkt soms dat hij nog naar school gaat in [plaats 2] , in [plaats 3] verblijft, bij de marine zit en voor zijn ouders moet zorgen. In de thuissituatie is daarnaast sprake van een ernstig dwaalgevaar. Daarbij bestaat een reële kans dat betrokkene een sloot inloopt en onderkoeld raakt. Betrokkene zal in de thuissituatie bovendien uit gewoonte weer alcohol gaan drinken, waardoor zijn toestandsbeeld verder achteruitgaat. Betrokkene is verder niet meer te instrueren en daarbij komt dat hij een nog erg vitale, energieke en relatief jonge man is die met momenten erg opvliegend en geagiteerd kan reageren. De psychiater legt uit dat betrokkene daadwerkelijk in vijf minuten een tafel kan verbouwen. Betrokkene heeft als gevolg van zijn gedrag al ruzie gehad op de afdeling en is in maart 2023 het contact met zijn dochter verloren. Er zal gelet op het toestandsbeeld van betrokkene uiteindelijk een Wzd-machtiging voor betrokkene moeten worden aangevraagd, maar daarvoor is het nodig dat er zicht is op een geschikte vervolgplek en dat is er thans nog niet, terwijl betrokkene gezien het voorgaande ook niet meer thuis kan verblijven. Vanwege de agitatie van betrokkene zal het bovendien nog enige tijd kosten om een passende vervolgplek te vinden. Het zal gelet op de problematiek van betrokkene daarnaast vele maanden duren voordat hij gewend is aan een nieuwe woonomgeving. Daarom dient er ter overbrugging naar een geschikte vervolgplek in een Wzd-accommodatie een zorgmachtiging te worden verleend, voor de zorgvormen het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, evenals het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie. Ook de zorgvorm het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten is nodig om het telefoongebruik van betrokkene te kunnen beperken nu hij soms vier keer per uur naar zijn dochter belt. Het is wel de vraag of de verzochte drie maanden voor de zorgmachtiging voldoende zullen zijn. De psychiater en behandelaar merken tot slot op dat betrokkene dagelijks verbaal en fysiek verzet toont tegen de noodzakelijk geachte opname in Stichting Emergis en de zorg. Betrokkene pakt meerdere keren per dag zijn tas, telefoon en paspoort. Hij denkt dan dat hij klaar is met werken en naar huis kan gaan.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg van 18 december 2023 is ten aanzien van betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 8 januari 2024. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft hij momenteel in de accommodatie Stichting Emergis te [plaats 1] .
4.2
Uit de overgelegde stukken en hetgeen is besproken tijdens de mondelinge behandeling is het de rechtbank gebleken dat betrokkene lijdt aan middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en neurocognitieve stoornissen (o.a. dementie en delier), vermoedelijk ontstaan ten gevolge van langdurig overmatig alcoholgebruik. De behandelaar en psychiater hebben tijdens de mondelinge behandeling daarnaast toegelicht dat er bij betrokkene vermoedelijk sprake is van alcoholdementie en de ziekte van Wernicke. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
4.3
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van de bovengenoemde stoornissen en aandoeningen tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag de agressie van een ander oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Daarbij overweegt de rechtbank dat betrokkene erg verward is en gedesoriënteerd is in plaats, tijd en persoon. Er bestaat als gevolg daarvan een grote kans op dwaalgevaar, hetgeen in de thuissituatie gevaarlijke situaties kan opleveren. Daarbij komt dat betrokkene niet meer in is staat om de gevolgen van zijn handelen te overzien. Ook het verval in ernstig alcoholgebruik is in de thuissituatie een aanzienlijk risico. Betrokkene is verder niet meer in staat om voor zichzelf te zorgen en heeft zijn woning ernstig verwaarloosd. Het is de rechtbank daarnaast gebleken dat betrokkene snel geagiteerd is en zich met momenten verbaal dreigend uit. Daarbij heeft betrokkene zich eerder ook fysiek agressief gedragen.
4.4
Tijdens de mondelinge behandeling is uitgebreid gesproken over de verhouding tussen de Wvggz en Wzd. De psychiater heeft opgemerkt dat betrokkene gelet op de bij hem aanwezige problematiek op den duur zal moeten verhuizen naar een zorgvoorziening die naar waarschijnlijkheid onder de Wzd valt, maar dat er voorlopig nog geen beschikbare en passende vervolgplek is gevonden voor betrokkene. Daarom is het nu de feitelijke keuze of betrokkene in Stichting Emergis verblijft of naar huis gaat.
4.5
Bij de beoordeling welk regime op dit moment van toepassing is, dient te worden vastgesteld welke problematiek (psychische stoornis of psychogeriatrische aandoening) op het moment van beoordeling ‘voorliggend is’, dat wil zeggen: op de voorgrond staat, omdat die problematiek de actuele zorgbehoefte bepaalt, waarbij ook de continuïteit van de zorg in een vertrouwde omgeving in aanmerking moet worden genomen.
4.6
De rechtbank overweegt dat Stichting Emergis in voldoende mate in de zorgbehoefte van betrokkene kan voorzien. Naast dat Stichting Emergis een Wvggz-accommodatie is en om die reden expertise bezit in de behandeling van de alcoholverslaving van betrokkene, heeft Stichting Emergis ook de mogelijkheid om betrokkene het benodigde toezicht en zorg in de nabijheid te bieden. De rechtbank concludeert dat, nu in de huidige accommodatie voldoende in de zorgbehoefte van betrokkene kan worden voorzien, de Wvggz op dit moment van toepassing is. Daarbij merkt de rechtbank op dat in deze situatie sprake is van een zogenoemde “overgangsmachtiging”. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 7 juli 2023, ECLI:NL:HR:2023:1063 bepaald dat het belang van continuïteit van zorg in een vertrouwde omgeving kan meebrengen dat voor een betrokkene een machtiging wordt verleend onder het regime van zijn vertrouwde omgeving, dus de instelling waar hij verblijft, indien het verlenen van die machtiging bijdraagt aan een soepele overplaatsing van de betrokkene naar (een instelling met) het andere regime. De Hoge Raad acht dit slechts toelaatbaar indien de machtiging wordt verleend met het oog op een reeds voorziene overgang van betrokkene naar een instelling met het andere regime en voor een daarop toegesneden beperkte duur.
4.7
De rechtbank overweegt hiertoe dat betrokkene inmiddels al een aantal weken in Stichting Emergis verblijft en het gelet op de problematiek van betrokkene in het belang van betrokkene is dat zijn verblijf in Stichting Emergis voorlopig wordt voortgezet en de zorg aldaar wordt gecontinueerd totdat hij naar een geschikte Wzd geregistreerde accommodatie kan verhuizen. De rechtbank is tevens van oordeel dat betrokkene gelet op zijn zorgbehoefte en het ernstig nadeel dat naar verwachting in de thuissituatie (weer) zal ontstaan, niet meer zelfstandig kan wonen. De rechtbank acht het risico aanzienlijk dat betrokkene zonder verplicht zorgkader zal terugvallen in alcoholgebruik, zal gaan ronddwalen en ernstig zal verwaarlozen. De alcoholverslaving is hierbij een complicerende factor.
4.8
Het verlenen van verplichte zorg is gericht op het afwenden van ernstig nadeel, het stabiliseren of herstellen van de fysieke gezondheid van betrokkene in het geval diens gedrag als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, het dusdanig herstellen van de geestelijke gezondheid van betrokkene dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en het stabiliseren van de geestelijke gezondheid van betrokkene.
4.9
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene vanwege zijn toestandsbeeld niet meer in staat is om voor zichzelf te zorgen of afspraken te maken en na te komen, om welke reden het niet mogelijk is om de benodigde zorg op vrijwillige basis te verlenen. Daarnaast blijft betrokkene verbaal en fysiek verzet tonen tegen de opname in Stichting Emergis, terwijl hij tegelijkertijd eigenlijk niet meer beseft dat hij momenteel niet thuis verblijft. De rechtbank acht gelet op het vorenstaande verplichte zorg nodig voor betrokkene.
4.1
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.11
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling niet gemotiveerd hebben verklaard dat deze verplichte zorgvormen nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.12
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.13
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.14
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van drie maanden, met ingang van 22 januari 2024 en tot en met 22 april 2024. Deze termijn acht de rechtbank passend en noodzakelijk en daarbij verwijst de rechtbank naar de omstandigheid dat het gaat om een “overgangsmachtiging” zoals eerder overwogen. In deze drie maanden kan vanuit de veiligheid van een zorgmachtiging naar een passende vervolgplek voor betrokkene worden gezocht. De rechtbank merkt tot slot nog op dat in het geval op grond van de Wzd een rechterlijke machtiging is afgegeven tot opname en verblijf in een accommodatie, een eerdere voor die cliënt afgegeven zorgmachtiging vervalt zodra die cliënt is opgenomen in een accommodatie.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1960 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.10 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
22 april 2024;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Smits, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2024 in tegenwoordigheid van mr. De Haas als griffier, en op 5 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.