ECLI:NL:RBZWB:2024:7230

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 september 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
10984882 - MB VERZ 24-183
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren in verboden zone

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 september 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete ontvangen voor het parkeren van een voertuig op een locatie waar dit niet was toegestaan, namelijk op de Bachtensteene te Middelburg op 24 maart 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 30 september 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar haar gemachtigde, mr. M. Lagas van Appjection B.V., was wel aanwezig.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. De betrokkene had aangevoerd dat zij slechts kort had geparkeerd om haar vriend op te halen en dat er geen bord aanwezig was dat het parkeren verbood. De kantonrechter oordeelde echter dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de overtreding en dat er geen reden was om aan deze verklaring te twijfelen. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen of om een proceskostenvergoeding toe te kennen.

De beslissing van de kantonrechter was derhalve dat het beroep ongegrond werd verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. A.B. Scheltema Beduin, bijgestaan door griffier C.G. Zevenhuijzen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10984882 \ MB VERZ 24-183
CJIB-nummer : 0062 5422 5682 9571
uitspraakdatum : 30 september 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

gemachtigde: mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 30 september 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. E.J.T. Berkeljon (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: een voertuig parkeren waar dit niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone)) op de Bachtensteene te Middelburg op
24 maart 2023 om 20.25 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene wist dat parkeren voor de deur van de woning van haar vriend niet was toegestaan en heeft daarom een stukje verder geparkeerd om haar vriend op te halen waar ook andere voertuigen stonden geparkeerd. Dit duurde maximaal vijf minuten. Betrokkene was dan ook verbaasd een boete te hebben ontvangen. Er stond geen bord dat niet mocht worden stilgestaan of worden geparkeerd. Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verbalisant verklaard dat het voertuig buiten de aangewezen parkeervakken geparkeerd stond. Door betrokkene wordt geen rijroute aangeven. Er is geen aanleiding tot twijfel over de aanwezigheid van bebording.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Dat andere voertuigen staan geparkeerd doet niet af aan het verboden karakter van de gedraging. Er was geen sprake van laden en lossen nu de verbalisant in de pardontijd van acht minuten geen activiteiten rondom het voertuig heeft waargenomen. Immers, bij laden en lossen dient er sprake te zijn van het onmiddellijk laten in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen. Daar was hier geen sprake van.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter verklaart:
- het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: