ECLI:NL:RBZWB:2024:7244
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Sumner
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning van een minderjarige en gevolgen voor ouderlijk gezag
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 oktober 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vernietiging van de erkenning van een minderjarige door de juridische vader. De moeder van de minderjarige heeft verzocht om de erkenning te vernietigen, omdat de juridische vader niet de biologische vader is en er sprake is van dwaling bij de erkenning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de juridische vader de minderjarige op 30 juli 2020 heeft erkend, maar dat de moeder en de juridische vader pas een relatie kregen na de geboorte van de minderjarige in 2017. De moeder heeft aangegeven dat de juridische vader geen betrokkenheid heeft bij de opvoeding van de minderjarige en dat er sprake is van mishandeling. De bijzondere curator heeft het verzoek van de moeder ondersteund, maar ook aangegeven dat er geen sprake is van dwaling. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is om de juridische afstammingsband met de juridische vader te vernietigen. De rechtbank heeft de erkenning vernietigd en bepaald dat de moeder na de beschikking het eenhoofdig ouderlijk gezag over de minderjarige zal uitoefenen. Tevens is de griffier verzocht om de beschikking in het gezagsregister in te schrijven. De beslissing heeft ook gevolgen voor de geslachtsnaam van de minderjarige, die na de vernietiging van de erkenning de geslachtsnaam van de moeder zal dragen.