ECLI:NL:RBZWB:2024:7304

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/426594 / FA RK 24-4258
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 oktober 2024 een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden aan een betrokkene, geboren in 1949, die lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet bereid was om gehoord te worden tijdens de mondelinge behandeling, maar dat zij wel op de hoogte was van de procedure. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging, omdat de betrokkene niet in staat was om voor zichzelf te zorgen en er gevaar was voor haar gezondheid en de veiligheid van anderen.

De advocaat van de betrokkene heeft het verzoek afgewezen, stellende dat de betrokkene zich niet als schizofreen wil laten labelen en dat zij in staat is om voor zichzelf te zorgen. De behandelend arts heeft echter aangegeven dat de betrokkene recentelijk was opgenomen in een GGZ-instelling en dat zij medicatie nodig heeft om haar toestand te stabiliseren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er ernstig nadeel kan ontstaan als er geen zorgmachtiging wordt verleend, waaronder lichamelijk letsel, psychische schade en gevaar voor de algemene veiligheid.

De rechtbank heeft in haar beoordeling de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd en vastgesteld dat er geen minder ingrijpende alternatieven zijn. De verleende zorgmachtiging houdt in dat de betrokkene medicatie moet krijgen, medische controles moeten plaatsvinden en dat er beperkingen in haar vrijheid kunnen worden opgelegd. De rechtbank heeft de machtiging tot en met 7 oktober 2025 verleend, met de mogelijkheid tot opname in een accommodatie indien nodig.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/426594 / FA RK 24-4258
Datum uitspraak: 7 oktober 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1949 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 13 september 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 7 oktober 2024. Daarbij zijn gehoord:
- de advocaat van betrokkene, mr. J.E.S. de Rechter;
- mevrouw [naam] , arts, behandelaar.
1.3.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was om gehoord te worden. Betrokkene was niet thuis ten tijde van de mondelinge behandeling. Zij heeft echter wel een gesprek met haar advocaat gehad en heeft daarbij de oproep voor de behandeling laten zien. Daarnaast is betrokkene op de dag van de mondelinge behandeling nog door verpleegkundigen herinnerd aan het plaatsvinden hiervan. Daarbij heeft ze te kennen gegeven niets met deze zaak te maken willen hebben. Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat betrokkene behoorlijk is opgeroepen, weet heeft van de mondelinge behandeling en dat zij niet gehoord wil worden.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een machtiging verleend tot en met 12 oktober 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
De advocaat van betrokkene verzoekt om afwijzing van het verzoek. De advocaat
stelt dat betrokkene het erg vervelend vindt om als schizofreen gezien te worden. Daarnaast is betrokkene ervan overtuigd dat mensen verhalen over haar verspreiden die niet waar zijn. Betrokkene is van mening de huidige gang van zaken goed is en dat ze voor zichzelf kan zorgen. Zij vindt een zorgmachtiging dan ook niet noodzakelijk. De zorgmachtiging zorgt ervoor dat betrokkene onrustig wordt en blijft.
4.2.
De behandelaar van betrokkene stelt dat betrokkene tot 16 september jongstleden opgenomen is geweest bij [ggz-instelling] . Hier kreeg betrokkene dagelijkse medicatie in de vorm van druppels. Met deze medicatie is het gelukt om betrokkene in een stabiele toestand te krijgen, nadat zij in 2023 met medicatie-inname was gestopt. Betrokkene krijgt op dit moment een andere, wekelijkse, vorm van medicatie. De keuze voor deze wekelijkse vorm van medicatie was om praktische redenen. Nu er weer ontregeling zichtbaar is bij betrokkene, krijgt zij sinds afgelopen woensdag de combinatie van druppels, die betrokkene ook bij [ggz-instelling] kreeg. Gehoopt wordt dat betrokkene hierdoor snel opklaart en de zelfverzorging ook weer toeneemt. Verder moet betrokkene, na ontslag bij [ggz-instelling] , ook weer wennen aan een leefsituatie met minder structuur doordat ze weer zelfstandig woont. Betrokkene heeft aangegeven te stoppen met het nemen van de medicatie in een situatie zonder zorgmachtiging. Het verleden leert dat betrokkene ontregelt wanneer zij stopt met het innemen van medicatie. Gelet hierop is een zorgmachtiging noodzakelijk. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg licht de behandelaar toe dat de zorgmodaliteiten ‘opnemen in een accommodatie’ en ‘beperken van de bewegingsvrijheid’ voorzienbaar zijn. Deze zijn noodzakelijk om in te kunnen grijpen wanneer betrokkene dermate ontregelt.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Bij betrokkene is sprake van schizofrenie. Daarnaast is betrokkene gekend met acute paranoïde psychoses. Betrokkene heeft geen ziektebesef en -inzicht.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4.
Bij betrokkene is er sprake van onvoldoende zelfzorg. Daarnaast heeft betrokkene voor overlast in de omgeving gezorgd. Zo liet zij uitwerpselen achter en liep ze schaars gekleed over straat. Ook belt zij in de nacht aan bij buren, spreekt zij onbekenden aan op straat en neemt zij spullen mee uit voorzieningen of woningen van derden waar zij ongevraagd naar binnen gaat. Hierdoor kan zij agressief gedrag van derden oproepen.. Tot slot kan betrokkene haar financiën niet meer beheren en doet onnodige aankopen.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene geeft aan te stoppen met het innemen van de medicatie in een situatie zonder zorgmachtiging. Daarnaast geeft betrokkene aan geen begeleiders in haar woning te willen hebben. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, de visie van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
5.8.
Daarnaast acht de rechtbank ook de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.10.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1949 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in paragrafen 5.7 en 5.8 kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt voor de duur van twaalf maanden, te weten tot en met
7 oktober 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2024 door mr. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 21 oktober 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.