ECLI:NL:RBZWB:2024:7305

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 oktober 2024
Publicatiedatum
28 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/426811 / FA RK 24-4366
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Weerkamp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor een minderjarige met een verstandelijke handicap

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 oktober 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een minderjarige, geboren in 2006. De rechtbank heeft de procedure opgestart na ontvangst van het verzoekschrift op 20 september 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 7 oktober 2024. Tijdens deze behandeling zijn de betrokkene, zijn advocaat mr. J.E.S. de Rechter, en een gedragsdeskundige gehoord. De betrokkene heeft aangegeven dat het goed met hem gaat en dat hij liever alleen zou wonen, maar begrijpt dat dit momenteel niet mogelijk is. De behandelaar heeft echter gesteld dat de betrokkene een verstandelijke handicap heeft en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder psychische en materiële schade, en gevaar voor de algemene veiligheid.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een disharmonisch ontwikkelingsprofiel met een zeer laag sociaal-emotioneel niveau. Dit heeft geleid tot ernstige problemen in zijn ontwikkeling en functioneren. De rechtbank oordeelt dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De betrokkene verzet zich tegen de opname, maar de rechtbank concludeert dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect kunnen bereiken. De machtiging tot opname en verblijf is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 7 april 2025. Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/426811 / FA RK 24-4366
Datum uitspraak: 7 oktober 2024
Beschikking rechterlijke machtiging
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 2006 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 20 september 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 7 oktober 2024. Daarbij zijn gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.E.S. de Rechter;
  • de heer [naam 1] , gedragsdeskundige, behandelaar;
  • mevrouw [naam 2] , zorgverantwoordelijke.

2.Het verzoek

2.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene geeft aan dat het goed met hem gaat. Hij heeft een bijbaantje om kranten rond de brengen door heel [plaats], dat vindt hij leuk. Betrokkene vertelt dat hij liever alleen zou wonen, maar begrijpt dat dat niet mogelijk is. Betrokkene merkt op dat er een tussenoplossing zou moeten komen tussen zijn huidige situatie en een situatie zonder begeleiding. Bij voorkeur woont hij begeleid, maar zonder regels. Voor betrokkene zou het al een stuk fijner wonen zijn wanneer hij samen met mensen van zijn leeftijd zou wonen.
3.2.
De behandelaar van betrokkene staat achter het verzoek. Hij stelt dat het doel is om de omgeving van betrokkene in te richten naar zijn behoeften. Hiervoor moet de vrijheid van betrokkene eerst ingeperkt worden, om hem daarna binnen de opgezette omgeving meer vrijheden te kunnen geven. De rechterlijke machtiging is noodzakelijk omdat de behandelaar bij het inperken van de vrijheden verzet verwacht van betrokkene. Het risico op weglopen is op dit moment groot, zeker op het moment dat er afspraken gemaakt moeten worden. In de huidige situatie loopt betrokkene ook weg wanneer hij vrijheid voelt. Er is dan wel contact met hem, maar de behandelaar weet niet precies wat betrokkene dan doet of waar hij is. Betrokkene is kwetsbaar en kan zelf niet inzien wat hij nodig heeft. De behandelaar van betrokkene geeft aan dat zonder een rechterlijke machtiging het plan hetzelfde blijft met betrekking tot het inrichten van een veilige omgeving voor betrokkene, maar dat er vrees bestaat voor het weglopen van betrokkene. Betrokkene heeft geen connectie met de andere bewoners van zijn woning, omdat deze een stuk ouder zijn. De behandelaar heeft geprobeerd betrokkene in een andere woning te laten verblijven, maar betrokkene kon mentaal niet goed aansluiten bij de andere bewoners. Dat zorgde voor overprikkeling bij betrokkene en leidde tot incidenten. Volgens de behandelaar heeft betrokkene een gelijkwaardig profiel in vergelijking met de bewoners van zijn woning, al ziet betrokkene dit zelf niet zo.
3.3.
De advocaat van betrokkene heeft aan het verhaal van de behandelaar en betrokkene niets toe te voegen. Zij is content met de inspanningen die gedaan worden door de behandelaar en verzorgenden, die er op termijn weer voor zouden moeten zorgen dat betrokkene van meer vrijheden kan genieten.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een verstandelijke handicap. Bij betrokkene is sprake van een disharmonisch ontwikkelingsprofiel met een zeer laag sociaal emotioneel niveau van functioneren.
4.3.
Het gedrag dat voortvloeit uit deze handicap leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstige verstoorde ontwikkeling;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
4.4.
Betrokkene heeft een lage emotionele ontwikkeling. Deze is op vergelijkbaar niveau van een kind van achttien maanden oud. Hierdoor ervaart betrokkene veel onduidelijkheid vanuit de wereld rondom hem en loopt hij het risico om overvraagt te worden. Betrokkene is niet in staat om zelfstandig te functioneren in de maatschappij. Hij komt zonder begeleiding niet tot activiteiten. Betrokkene is het slachtoffer geweest van langdurig seksueel misbruik. Mede daardoor heeft betrokkene hechtingsproblematiek en identiteitsproblemen. Verder loopt betrokkene regelmatig weg. Er is dan geen zicht op de activiteiten van betrokkene. Hierdoor ontstaan er risico’s met betrekking tot sociale contacten, middelengebruik en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Betrokkene heeft een beperkt empathisch vermogen. Hij heeft geen goed ontwikkeld geweten en slechts een beperkt besef van oorzaak en gevolg. Daarnaast heeft hij geen besef van het verschil tussen zijn eigen wensen en verwachtingen en die van een ander.
4.5.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene verzet zich hiertegen. Betrokkene heeft zowel tijdens de mondelinge behandeling als voorafgaand tegen de behandelaar aangegeven dat hij de voorkeur heeft om zelfstandig en zonder regels te wonen.
4.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2006 in [geboorteplaats] ;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
7 april 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2024 door mr. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 21 oktober 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.