In deze zaak heeft eiser, die in dienst was bij gedaagde B.V., een vordering ingesteld voor de betaling van een bonus over het jaar 2022. Eiser heeft zijn arbeidsovereenkomst opgezegd per 31 maart 2023 en verzocht om betaling van de bonus, die volgens gedaagde pas in november 2023 zou worden vastgesteld voor werknemers die op dat moment nog in dienst zijn. Gedaagde B.V. weigerde de betaling, wat leidde tot deze rechtszaak. De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde B.V. de bonus over 2022 aan eiser moet betalen. De rechter heeft vastgesteld dat er een bonusafspraak was gemaakt voor de jaren 2020, 2021 en 2022, en dat de voorwaarden die gedaagde B.V. later heeft geprobeerd op te leggen, niet geldig zijn omdat eiser deze niet heeft geaccepteerd. De kantonrechter heeft de vordering van eiser toegewezen en gedaagde B.V. veroordeeld tot betaling van de bonus, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn ook voor rekening van gedaagde B.V.