I. [gedaagde] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de uitvoering van de dringende renovatie en verduurzamingswerkzaamheden alsmede de werkzaamheden ten aanzien van de wateroverlast te gehengen en te gedogen en daaraan, alle noodzakelijke medewerking te verlenen, waaronder de door Zeeuwland met de uitvoering van de werkzaamheden belaste perso(o)n(en) toe te laten voor de uitvoering van de werkzaamheden voor de duur van deze werkzaamheden.
II. wanneer [gedaagde] niet vrijwillig medewerking verleent aan de onder I gevorderde veroordeling, [gedaagde] te veroordelen om de woning tijdelijk te ontruimen,
III. [gedaagde] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de voor- en achtertuin in verzorgde staat te brengen en te houden, een en ander ter uitsluitende beoordeling van Zeeuwland, zulks voor rekening ten laste van [gedaagde] , een en ander op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag met een maximum van € 10.000,-;
IV. indien het maximum aan dwangsommen wordt bereikt en niet is voldaan aan de onder III gevorderde veroordeling, Zeeuwland te machtigen om de voor- en achtertuin in verzorgde staat te brengen voor rekening en ten laste van [gedaagde] ;
V. [gedaagde] te veroordelen om te gehengen en te gedogen en zijn medewerking te verlenen waaronder toegang tot het gehuurde verschaffen aan medewerkers van Zeeuwland of derden die hiertoe van Zeeuwland opdracht hebben gekregen, met machtiging van Zeeuwland om, indien [gedaagde] in gebreke blijft, Zeeuwland toegang tot het gehuurde en de daarbij behorende tuinen te verschaffen, desnoods met behulp van de sterke arm en [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten die Zeeuwland daarvoor gemaakt heeft, te voldoen binnen 14 dagen nadat de factuur hiervoor aan [gedaagde] is verzonden;
VI. een zodanige beslissing te nemen als de kantonrechter in goede justitie in deze zaak
vermeent te behoren;
VII. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten.