Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
eisende partij in het incident,
verweerster in het incident,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in het incident met producties 1 tot en met 4.
2.De feiten in het incident
Erflater was ten tijde van zijn overlijden op huwelijkse voorwaarden gehuwd met [executeur] .
Erflater was eerder gehuwd met mevrouw [naam] . Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren, [eiser] en zijn twee zussen, [zus 1] en [zus 2] . Het huwelijk is op [datum 2] 1982 door echtscheiding ontbonden.
Erflater en [executeur] hebben samen geen kinderen. [executeur] heeft twee zonen uit een eerder huwelijk.
Erflater heeft [eiser] , alsmede de afstammelingen van [eiser] , uitgesloten van erfopvolging. Hij heeft voorts de wettelijke verdeling van toepassing verklaard.
3.Het geschil in het incident
[executeur] te veroordelen binnen één week na betekening van dit vonnis aan [eiser] te verstrekken de navolgende bescheiden en gegevens:
- een kopie van de vaststellingsovereenkomst van de erfgenamen, althans de notariële akte waarin deze vaststellingsovereenkomst is opgenomen, van 12 juli 2022,
- een boedelbeschrijving, bestaande uit een opsomming van alle goederen en schulden, behorende tot de nalatenschap van erflater, en de waarde van deze goederen en schulden,
- de onderliggende bewijsstukken van alle goederen en schulden van de nalatenschap van erflater,
- een opgave van alle door erflater gedane giften en schenkingen,
- kopieën van de aangiften inkomstenbelasting van erflater over de jaren 2012 tot en met 2022, met uitzondering van de aangiften IB 2021 en 2018 die al eerder beschikbaar zijn gesteld,
- (volledige) kopieën van de aanslagen inkomstenbelasting over de jaren 2012 tot en met 2022,
- een kopie van de aanslag erfbelasting die is gevolgd op de aangifte erfbelasting die [executeur] aan mr. Alibux heeft toegestuurd,
- afschriften van alle bankrekeningen die worden genoemd in de aangiften inkomstenbelasting van erflater, althans afschriften vanaf 1 januari 2017 tot aan de datum van overlijden van erflater van ten minste de volgende bankrekeningen:
* Rabobank: [rekeningnummer 1]
* ING Bank: [rekeningnummer 2]
* Regiobank: [rekeningnummer 3]
* KBC: [rekeningnummer 4]
* KBC: [rekeningnummer 5]
* KBC: [rekeningnummer 6]
* KBC: [rekeningnummer 7] ,
- de notariële afrekening betreffende de verkoop van het winkelpand aan [adres] ,
- vergelijkbare bewijsstukken betreffende de verkoop van het pand in Alicante,
- stukken, waaruit is af te leiden waarvoor het vermogen dat met de verkoop van de onroerende zaken is vrijgekomen, is aangewend,
- een waarde-opgave per de overlijdensdatum van erflater van de in totaal 7 participaties van erflater in Credit Linked Beheer B.V.,
- bewijsstukken van de beleggingen van erflater in Infonix, Verenigd Koninkrijk en waarde-opgaven van deze beleggingen vanaf 1 januari 2018,
- een opgave van uitkeringen van levensverzekering, lijfrentepolissen dan wel uitvaartverzekeringen, althans meer in het bijzonder: een aanvraag die is ingediend bij het Verbond van Verzekeraars en de daarop ontvangen reactie van dit Verbond,
- een overzicht van alle tot de nalatenschap van erflater behorende voertuigen en vaartuigen (zoals auto’s, campers en/of boten),
- een lijst met roerende zaken, behorende tot de inboedel van erflater, met een vermelding van de waarde van deze roerende zaken,
- alle overige informatie die van belang kan zijn voor de berekening van de legitieme portie van [eiser] ,
op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag en met veroordeling van [executeur] in de kosten van het incident.
[eiser] stelt recht te hebben op en belang te hebben bij afschrift van deze bescheiden c.q. het verstrekken van informatie door [executeur] op grond van art. 4:78 Burgerlijk Wetboek (BW). Hij beroept zich daarnaast op art. 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
[executeur] betwist de (omvang van de) gevorderde dwangsom, althans verzoekt de termijn voor het verstrekken van informatie te stellen op tenminste drie maanden na betekening van het vonnis. Daarnaast betwist zij de gevorderde proceskostenveroordeling.
4.De beoordeling
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat een eenzijdig verzoek van een partij tot uitstel van het verrichten van een proceshandeling of tot uitstel van het wijzen van vonnis slechts wordt ingewilligd op grond van klemmende redenen. Hetgeen [executeur] ter onderbouwing van het verzoek heeft gesteld vormt een onvoldoende klemmende reden tot aanhouding van de procedure.
De verschillende vorderingen zijn genummerd conform de opsomming in het petitum van de dagvaarding.
Nu de overige stukken zijn overgelegd heeft [eiser] reeds daarom geen belang (meer) bij deze vorderingen. De (overige) vorderingen zullen worden afgewezen.
4. Een opgave van alle door erflater gedane giften en schenkingen
Gesteld noch gebleken is verder dat is voldaan aan de eisen van art. 843a Rv, vooral waar het gaat om het rechtmatig belang en de rechtsbetrekking, zodat dat artikel evenmin grond biedt voor toewijzing van deze vorderingen. De vorderingen zullen worden afgewezen.
2. Een boedelbeschrijving, bestaande uit een opsomming van alle goederen en schulden, behorende tot de nalatenschap van erflater, en de waarde van deze goederen en schulden3. De onderliggende bewijsstukken van alle goederen en schulden van de nalatenschap van erflater4. Een opgave van alle door erflater in het verleden gedane giften en schenkingen, voor zover bekend12. Een waarde-opgave per de overlijdensdatum van erflater van de in totaal 7 participaties van erflater in Credit Linked Beheer B.V.13. Bewijsstukken van de beleggingen van erflater in Infonix, Verenigd Koninkrijk en waarde-opgaven van deze beleggingen per de overlijdensdatum van erflater14. De ontvangen reactie van het Verbond van Verzekeraars op de ingediende aanvraag17. Alle overige informatie die van belang kan zijn voor de berekening van de legitieme portie van [eiser] .4.14. De termijn waarbinnen [executeur] de verzochte informatie moet verstrekken zal worden bepaald op uiterlijk twee maanden na betekening van dit vonnis. Gelet op de aard van de te verstrekken informatie en de omstandigheid dat de aanspraak van [eiser] op de legitieme portie nog niet opeisbaar is, oordeelt de rechtbank deze termijn redelijk.
5.5. De beslissing
a. een boedelbeschrijving, bestaande uit een opsomming van alle goederen en schulden, behorende tot de nalatenschap van erflater, en de waarde van deze goederen en schulden,b. de onderliggende bewijsstukken van alle goederen en schulden van de nalatenschap van erflater,c. een opgave van alle door erflater in het verleden gedane giften en schenkingen, voor zover bekend,d. een waarde-opgave per de overlijdensdatum van erflater van de in totaal 7 participaties van erflater in Credit Linked Beheer B.V.,e. bewijsstukken van de beleggingen van erflater in Infonix, Verenigd Koninkrijk en waarde-opgaven van deze beleggingen per de overlijdensdatum van erflater,f. de ontvangen reactie van het Verbond van Verzekeraars op de ingediende aanvraag,g. alle overige informatie die van belang kan zijn voor de berekening van de legitieme portie van [eiser] ,
woensdag 18 september 2024voor conclusie van antwoord.