4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 17 september 2022 te Roosendaal als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmee rijdende over de weg, de Rietgoorsestraat, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, immers heeft hij, verdachte, aanmerkelijk onvoorzichtig
- terwijl hij onder invloed van te veel alcohol verkeerde,
- met een hogere snelheid dan de aldaar voor personenauto's toegestane maximum
snelheid van 60 kilometer per uur gereden, te weten ongeveer 87 kilometer per uur,
en
- onvoldoende zijn snelheid geminderd bij het naderen van een bocht,
ten gevolge waarvan verdachte met zijn personenauto in botsing is gekomen met een boom, door welk verkeersongeval de passagiers van verdachte, [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] , respectievelijk zwaar lichamelijk letsel, zwaar lichamelijk letsel en zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, te weten:
- een hersenschudding en een gebroken borstbeen en een gescheurde lever en milt en gescheurde/gekneusde nieren en alvleesklier ( [slachtoffer 2] ) en
- een gebroken arm en schouder en sleutelbeen en ribben ( [slachtoffer 3] ) en
- een hersenschudding ( [slachtoffer 1] ),
terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;
2
op 17 september 2022 te Roosendaal, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 0,61 milligram alcohol per milliliter bloed bleek te zijn.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.