ECLI:NL:RBZWB:2024:7426

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
C/02/410127/ KG ZA 23-241
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Holierhoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor akte van levering en feitelijke rechtshandelingen in kort geding

In deze zaak vordert de man vervangende toestemming voor het namens de vrouw laten opmaken en ondertekenen van de akte van levering van de woning, alsook voor alle feitelijke rechtshandelingen die nodig zijn voor de eigendomsoverdracht. De vrouw is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, ondanks dat zij correct was opgeroepen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de man en de vrouw ex-partners zijn en dat de echtscheiding in 2018 is uitgesproken. De man heeft de woning toegewezen gekregen, maar de vrouw verleent geen medewerking aan de notariële akte van levering. De voorzieningenrechter oordeelt dat de man belang heeft bij de indeplaatsstelling van de akte, omdat de vrouw al zeven jaar geen contact heeft gehad en niet reageert op verzoeken om medewerking. De voorzieningenrechter wijst de vordering van de man toe, omdat de vrouw niet benadeeld wordt door de indeplaatsstelling. Tevens wordt de vrouw veroordeeld in de proceskosten, omdat haar weigerachtige houding de man heeft gedwongen om deze procedure te starten. De proceskosten worden begroot op € 1.170,97.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie: Middelburg
Zaak-/rekestnummer: C/02/410127/ KG ZA 23-241
vonnis in kort geding van 25 oktober 2024
in de zaak van:
[de man],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat: mr. E. Sijnesael, kantoorhoudende te Middelburg,
tegen
[de vrouw] ,
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
gedaagde.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 10 januari 2024;
- de brief van mr. Sijnesael van 18 juli 2024, met bijlage;
- de mondelinge behandeling op 11 oktober 2024.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld, omdat de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen dit eiste.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling is verschenen, de man, bijgestaan door zijn advocaat. De vrouw is, hoewel op juiste wijze daartoe opgeroepen, niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn gehuwd geweest. Bij beschikking van deze rechtbank d.d. [datum 1] 2018 is in het huwelijk van partijen de echtscheiding uitgesproken. De echtscheidingsbeschikking is op [datum 2] 2018 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

3.De vordering

3.1.
De man vordert bij vonnis in kort geding:
- vervangende toestemming te verlenen voor het namens de vrouw laten opmaken en ondertekenen van de akte van levering en vervangende toestemming te verlenen voor alle feitelijke rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn voor het realiseren van de eigendomsoverdracht c.q. levering van de woning staande en gelegen aan [adres] te [woonplaats] aan de man;
- de vrouw in de proceskosten (tot op heden begroot op een totaalbedrag van € 1.500,-) te veroordelen.
3.2.
Door en namens man is daartoe in de stukken en tijdens de mondelinge behandeling, kort samengevat, het navolgende aangevoerd. Partijen zijn ex-partners. Bij beschikking van [datum 1] 2018 heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, welke beschikking op [datum 2] 2018 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Bij diezelfde beschikking is de voormalig echtelijke woning aan de man toebedeeld. De woning moet nog notarieel aan de man geleverd worden. De man heeft de notaris verzocht om een akte van verdeling op te maken. De vrouw moet meewerken aan de akte van verdeling bij de notaris. De vrouw reageert echter niet op berichten van de man. De man heeft al zo’n 7 jaar geen contact meer met de vrouw. Hij weet ook niet of de vrouw nog in het buitenland verblijft of inmiddels in Nederland woont. Omdat de vrouw geen medewerking verleent en iedere reactie uitblijft kan de man niets anders dan vorderen dat het vonnis van de rechtbank in de plaats komt van de toestemming van de vrouw. De man vordert dat de rechtbank hem vervangende toestemming verleent voor het namens de man laten opmaken en ondertekenen van de akte van levering en vervangende toestemming te verlenen voor alle feitelijke rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn voor het realiseren van de eigendomsoverdracht c.q. levering van de woning aan de man.
3.3.
De vrouw heeft geen verweer gevoerd tegen de vorderingen van de man.
3.4.
Op de overige stellingen van de man wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Nadat de voorzieningenrechter tijdens de mondelinge behandeling heeft vastgesteld dat ten aanzien van de dagvaarding de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, is ter zitting tegen de vrouw verstek verleend.
4.2.
Op grond van de gedingstukken en de toelichting door de man tijdens de mondelinge behandeling staat naar het oordeel van de voorzieningenrechter het spoedeisend belang van de man bij zijn vordering vast.
4.3.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Uit het arrest van de Hoge Raad van 21 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:499 volgt dat de rechter in kort geding een veroordeling tot medewerking aan de overdracht van een onroerende zaak kan uitspreken. Evenzeer kan de rechter in kort geding op de voet van artikel 3:300 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepalen dat de uitspraak in de plaats zal treden van (een deel van) een akte tot het verrichten van een rechtshandeling zoals in die bepaling bedoeld. Ook kan de rechter bij wijze van onmiddellijke voorziening in kort geding een deelgenoot een machtiging verlenen tot het te gelde maken van een gemeenschappelijk goed als bedoeld in artikel 3:174 lid 1 BW. In het verlengde van de hiervoor omschreven mogelijkheden kan de rechter in kort geding ook op vordering van een deelgenoot een veroordeling uitspreken jegens een andere deelgenoot om mee te werken aan de verkoop en levering van een tot een gemeenschap behorend goed aan een derde. Dat verkoop van een tot een gemeenschap behorend goed om de opbrengst te verdelen een wijze van verdeling is als bedoeld in artikel 3:185 BW, staat niet eraan in de weg dat bij wijze van voorlopige voorziening in kort geding een veroordeling om daartoe over te gaan, wordt uitgesproken.
4.4
De voorzieningenrechter constateert dat de man geen vordering als in het hiervoor genoemde arrest van de Hoge Raad heeft geformuleerd. De man vordert aan hem vervangende toestemming te verlenen voor het namens de vrouw laten opmaken en ondertekenen van de akte van levering en vervangende toestemming te verlenen voor alle feitelijke rechtshandelingen te verrichten die nodig zijn voor het realiseren van de eigendomsoverdracht c.q. levering van de woning. Deze mogelijkheid naar de letter genomen biedt de wet niet. Uit het lichaam van de dagvaarding maakt de voorzieningenrechter echter op dat de man heeft bedoeld te vorderen dat het vonnis van de voorzieningenrechter in de plaats zal treden van een (deel van een) akte tot het verrichten van een rechtshandeling. Zo schrijft de man in onder meer alinea 7 van de dagvaarding:
“omdat de vrouw geen medewerking verleent en iedere reactie uit blijft kan de man niets ander dan vorderen dat uw vonnis in de plaats komt van de toestemming van de vrouw”.De voorzieningenrechter leest de vordering van de man dan ook aldus dat hij vordert dat het vonnis in de plaats zal treden van de noodzakelijke medewerking van de vrouw aan de notariële akte van levering, een en ander als bedoeld in artikel 3:300 lid 2 BW. De vrouw wordt hierdoor niet benadeeld, omdat het voor haar uit de dagvaarding voldoende duidelijk moet zijn dat de man met zijn ongelukkig geformuleerde vordering deze indeplaatsstelling heeft beoogd. De voorzieningenrechter zal de vordering aldus gelezen toewijzen omdat de man belang heeft bij die indeplaatsstelling. De woning is immers al in 2018 aan de man toebedeeld wat tot gevolg heeft dat de vrouw gehouden is om samen met de man een akte van levering op te maken bij de notaris. Die akte kan echter niet worden opgemaakt nu ieder contact met de vrouw ontbreekt. Gelet op het tijdsverloop en het feit dat de man al 7 jaar geen contact meer met de vrouw heeft ondanks pogingen daartoe, valt niet te verwachten dat de vrouw binnen afzienbare termijn alsnog zal meewerken aan het laten verlijden van de akte bij de notaris. De man heeft er daarom belang bij dat het vonnis in de plaats zal treden van deze akte.
Proceskosten
4.5
De man vordert de vrouw te veroordelen in de proceskosten. De voorzieningenrechter ziet in de omstandigheden van de zaak aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt dat in familierechtelijke zaken de proceskosten worden gecompenseerd. Door de langdurig weigerachtige houding van de vrouw en haar onbereikbaarheid tot op heden is de man genoodzaakt geworden om kosten, in de vorm van de onderhavige procedure, te maken om de toedeling van de woning aan hem te kunnen effectueren. De vrouw is meermaals door de man in de gelegenheid gesteld om mee te werken aan het laten verlijden van de akte bij de notaris. Hiervan heeft zij geen gebruik gemaakt. Bovendien is de woning al in 2018 aan de man toebedeeld en wist de vrouw dat haar medewerking na het wijzen van die beschikking nog nodig is voor de levering. De voorzieningenrechter zal de vrouw dan ook veroordelen in de proceskosten, met uitzondering van de kosten die zijn veroorzaakt door de aanvankelijk onjuiste betekening van de dagvaarding. De proceskosten van de man worden daarmee begroot op:
-griffierecht
€ 320,-
-salaris gemachtigde
€ 715,-
-kosten uitbrengen dagvaarding
€ 135,97
-Totaal
€ 1.170,97.
4.6
Het meer of anders gevorderde zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van de vrouw in de akte van levering;
5.2.
veroordeelt de vrouw in de proceskosten van de man, begroot op € 1.170,97;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Holierhoek, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2024 in tegenwoordigheid van mr. Duerink-Bottinga, griffier.