ECLI:NL:RBZWB:2024:7428
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Holierhoek
- Rechtspraak.nl
Toestemming voor verkoop gezamenlijke woning in kort geding
In deze zaak vordert de man toestemming van de vrouw voor de verkoop van hun gezamenlijke woning, omdat de vrouw niet meewerkt aan de verkoop. De man stelt dat de woning leegstaat, wat leidt tot waardeverlies, en dat hij alle kosten van de woning draagt. De vrouw is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, waardoor verstek is verleend. De voorzieningenrechter oordeelt dat de primaire vordering van de man, om de toestemming van de vrouw te vervangen door toestemming van de rechtbank, niet mogelijk is volgens de wet en wijst deze af. De subsidiaire vordering, waarin de man de vrouw verzoekt om medewerking aan de verkoop, wordt toegewezen. De voorzieningenrechter stelt vast dat de man een spoedeisend belang heeft bij de verkoop, aangezien de woning in waarde daalt en hij momenteel bij zijn moeder woont. De voorzieningenrechter wijst de gevorderde dwangsom toe, maar maximeert deze. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 25 oktober 2024.