Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
.De proceskosten van [de werknemer] in conventie worden begroot op:
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak vordert de werknemer betaling van achterstallig loon en vakantiegeld van zijn werkgever. De werknemer, die op 1 juni 2022 in dienst trad, heeft zijn arbeidsovereenkomst opgezegd per 31 juli 2022. Hij stelt dat zijn werkgever het loon van juli 2022 en het vakantiegeld niet heeft betaald. De werkgever betwist dit en voert aan dat de werknemer in juli 2022 niet heeft gewerkt, omdat hij thuisbleef om voor zijn zieke hond te zorgen. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever verplicht is het loon te betalen, ook al heeft de werknemer niet op kantoor gewerkt, omdat hij met toestemming thuiswerkte. De kantonrechter wijst de vordering van de werknemer tot betaling van het loon van juli 2022 en het vakantiegeld toe, evenals de wettelijke verhoging en buitengerechtelijke incassokosten. In reconventie vordert de werkgever betaling van een lening die zij aan de werknemer zou hebben verstrekt voor de aankoop van een auto, maar deze vordering wordt afgewezen omdat de werkgever onvoldoende bewijs heeft geleverd. De proceskosten worden toegewezen aan de werknemer, die in het gelijk is gesteld.