ECLI:NL:RBZWB:2024:7473

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
1 november 2024
Zaaknummer
C/02/426537 / JE RK 24-1657
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Holierhoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige na intrekking door de GI

Op 16 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek om machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De zaak betreft de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering (hierna: de GI) die op 10 september 2024 een verzoekschrift indiende voor de uithuisplaatsing van de minderjarige, geboren in 2007. De minderjarige woonde voorheen bij haar moeder, die in februari 2021 is overleden. De vader, die het ouderlijk gezag heeft, had geen contact met de minderjarige en was niet aanwezig tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2024.

Tijdens de behandeling heeft de GI het verzoek ingetrokken, omdat de voorlopige ondertoezichtstelling binnenkort zou aflopen en er een ander verzoek aanhangig was bij de Raad. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, nu het verzoek is ingetrokken, de gronden daarvan niet verder konden worden onderzocht. De kinderrechter heeft daarom besloten het verzoek af te wijzen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Verplanke. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoeker of andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/426537 / JE RK 24-1657
Datum uitspraak: 16 oktober 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de GI.
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. M.G. Hoogerwerf te [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken (vanwege de samenhang van de zaken) mee in zijn beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 10 september 2024, ontvangen op 11 september 2024.
1.2.
Op 16 oktober 2024 heeft de kinderrechter het verzoek tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Daarbij waren aanwezig:
  • een vertegenwoordiger namens de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering;
  • een vertegenwoordiger namens Stichting Jeugdbescherming west Zeeland;
  • een vertegenwoordiger van de Raad;
  • de advocaat van de vader.
1.3.
De vader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader wel juist is opgeroepen.
1.4.
De kinderrechter heeft [minderjarige] naar haar mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
[minderjarige] is gedurende het huwelijk van de vader en [naam] , de moeder, geboren.
2.2.
Het huwelijk van de vader en de moeder is door echtscheiding ontbonden.
2.3.
De moeder is in februari 2021 plotseling overleden. Tot het overlijden van moeder woonde [minderjarige] bij haar moeder. Met vader was er geen contact.
2.4.
De vader is door het overlijden van moeder alleen belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.5.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 19 juli 2024 [minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld van 19 juli 2024 en tot 19 oktober 2024. Tevens is er een machtiging verleend tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een drie-milieus-voorziening met ingang van 19 juli 2024 en tot 19 oktober 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een pleeggezin voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de GI het verzoekschrift ingetrokken vanwege het feit dat de voorlopige ondertoezichtstelling over enkele dagen afloopt en gelet op het verzoekschrift ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing dat is ingediend door de Raad (C/02/427338 / JE RK 24-1793), op welk verzoek bij separate beschikking wordt beslist.

4.De beoordeling

4.1.
Nu de GI het verzoek heeft ingetrokken, kunnen de gronden daarvan niet verder worden onderzocht. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Holierhoek, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2024, in aanwezigheid van mr. Verplanke als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.