ECLI:NL:RBZWB:2024:75

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 januari 2024
Publicatiedatum
9 januari 2024
Zaaknummer
C/02/417030 / FA RK 23/5879
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Broeders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornis

Op 4 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1992 in Irak. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag was de betrokkene niet aanwezig, omdat hij niet gehoord wilde worden. De rechtbank heeft de betrokkene zelf opgezocht, maar hij weigerde deelname aan de behandeling. De behandelaar verklaarde dat de betrokkene lijdt aan een chronische psychotische stoornis, wat behandeling bemoeilijkt. De rechtbank concludeerde dat er ernstig nadeel voor de betrokkene zou ontstaan zonder verplichte zorg, gezien zijn psychische toestand en eerdere agressie-incidenten. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, tot 4 januari 2025, en wees het verzoek om een machtiging voor twee jaar af, omdat dit niet door de officier van justitie was verzocht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders en schriftelijk uitgewerkt op 8 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/417030 / FA RK 23/5879
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg aansluitend op een zorgmachtiging
Beschikking van 4 januari 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] , Irak ,
wonende te GGZ WNB, [afdeling] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P.R. Klaver te Bergen op Zoom.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 14 december 2023.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 12 december 2023;
- de medische verklaring van 7 december 2023, opgesteld en ondertekend door [psychiater] ;
- het zorgplan van 7 december 2023;
- een blanco zorgkaart;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en het bericht dat er voor betrokkene geen politiemutaties zijn;
- de beschikking van deze rechtbank van 10 februari 2023 betreffende een machtiging tot het verlenen van verplichte zorg.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 januari 2024, in de accommodatie van GGZ WNB aan [adres] .
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- behandelaar, mevrouw [naam 1] ;
- bewindvoerder, de heer [naam 2] ;
- mentor, de heer [naam 3] .
1.4
Bij aanvang van de mondelinge behandeling merken de advocaat en de behandelaar op dat betrokkene niet bij de mondelinge behandeling aanwezig wil zijn. De rechtbank heeft betrokkene daarop zelf opgezocht op zijn kamer binnen de instelling. Betrokkene lag op zijn bed met de gordijnen gesloten. Betrokkene gaf de rechtbank te kennen dat hij niet gehoord wilde worden.
1.5
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank aldus vast dat betrokkene niet gehoord wilde worden. Betrokkene was op de hoogte van de mondelinge behandeling en is ook door de rechtbank in zijn kamer nog aangesproken om aan de behandeling deel te nemen, maar heeft geweigerd daarbij aanwezig te zijn, dit in lijn met voorgaande mondelinge behandelingen. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling buiten de aanwezigheid van betrokkene voortgezet. De advocaat en overige betrokkenen hebben hiertegen geen bezwaar.
1.6
Volledigheidshalve merkt de rechtbank op dat de mentor van betrokkene telefonisch bij de mondelinge behandeling, dit met kennisgeving vooraf.
1.7
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van medicatie,
- het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.

3.Standpunten

3.1
Omdat betrokkene niet door de rechtbank gehoord wilde worden, heeft de rechtbank geen kennis kunnen nemen van zijn standpunt over het verzoek.
3.2
De behandelaar verklaart, samengevat, dat betrokkene ondanks zijn medicatie chronisch psychotisch is. Hij heeft continue belevingen waarover hij niet praat. Dit maakt behandeling niet mogelijk. Uit het gedrag van betrokkene is af te leiden dat hij wanen heeft. Zo kijkt hij in het rond en achter zich. Het is merkbaar dat er van alles in het hoofd van betrokkene afspeelt, zonder dat hij daar uiting aan kan geven. De laatste tijd is betrokkene stabiel. Hij functioneert, heeft vrijheden en gebruikt geen drugs meer. Eerder vonden er agressie-incidenten plaats, maar ook dat is nu stabiel. Doordat betrokkene fors getraumatiseerd is en hij chronisch psychotisch is, is betrokkene prikkelgevoelig en in houding en beweging uit contact. Gezien wordt dat betrokkene zich op de afdeling veilig voelt. Die combinatie maakt dat overplaatsing naar een open groep, waar er meer van hem gevraagd wordt, voor betrokkene te veel stress oplevert. Er is nu een stabiliteit bereikt op een afdeling waar hij weinig prikkels heeft. Dat moet gehandhaafd blijven. Als er geen zorgmachtiging is, is de verwachting dat betrokkene gaat stoppen met zijn medicatie. Dit is in het verleden ook gebleken. Omdat de mondelinge behandeling steeds stress voor betrokkene oplevert, zou het wenselijk zijn als de machtiging voor twee jaar wordt verleend.
3.3
De bewindvoerder verklaart, samengevat, dat er met betrokkene weinig contact is. Hij krijgt zijn leefgeld, maar maakt niet alles op. Gezien wordt dat betrokkene leeft volgens een bepaald patroon. Hij geeft geld op dezelfde manier uit en pint standaard hetzelfde bedrag.
3.4
De mentor verklaart, samengevat, dat er weinig contact mogelijk is met betrokkene. De mentor onderschrijft wat de behandelaar heeft verklaard. Het is belangrijk dat betrokkene zijn medicatie blijft nemen om te voorkomen dat hij ontspoort. De mentor staat achter het verzoek.
3.5
De advocaat heeft met cliënt geen contact kunnen hebben over het verzoek. De advocaat kan zich voorstellen dat de rechtbank het verzoek zal toewijzen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en overige DSM-5 stoornissen. De rechtbank volgt hierin de medische verklaring, waarover geen twijfel bestaat. In afwijking van het verzoek zal de rechtbank niet aannemen dat er op dit moment sprake is van middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de behandelaar heeft verklaard dat er geen sprake meer is van drugsgebruik.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat betrokkene bekend is met agressieproblematiek. Eerder hebben er, ook bij de instelling, geweldsincidenten plaatsgevonden. Daarnaast is betrokkene bekend met slechte zelfzorg en lukt het hem niet om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. De belastbaarheid van betrokkene is laag. Hij raakt snel overprikkelt en trekt zich terug op zijn kamer. Onder invloed van psychotische belevingen kan er sprake zijn van provocerend en claimend gedrag.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Het ontbreekt betrokkene aan ziektebesef en -inzicht. Daarnaast is in het verleden sprake geweest van slechte therapietrouw. Onbetwist is door de behandelaar gesteld dat betrokkene met zijn medicatie zal stoppen als er geen zorgmachtiging meer is. Dit met alle gevolgen van dien. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken.
De behandelaar verklaart dat betrokkene verplichte zorg nodig heeft die ziet op het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Daarnaast moet de opname van betrokkene gewaarborgd blijven. De rechtbank heeft geen reden om aan deze verklaring en de onderbouwing in de overgelegde stukken te twijfelen.
4.6
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie,
- het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
4.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De behandelaar verzoekt bij de mondelinge behandeling of de machtiging kan worden verleend voor twee jaar nu dit, gelet op de stress die mondelinge behandelingen voor betrokkene steeds opleveren, wenselijk is. De rechtbank kan dit verzoek niet honoreren nu dit niet door de officier van justitie is verzocht. De rechtbank wijst de behandelaar volledigheidshalve op artikel 6:5 sub c Wvggz waarin is bepaald in welk geval een zorgmachtiging voor twee jaren kan worden verleend. Aan de in dat artikel genoemde voorwaarde wordt in deze zaak niet voldaan. Dit betekent dat de zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden en geldt tot 4 januari 2025.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] , Irak , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie,
- het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 januari 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 januari 2024 in tegenwoordigheid van mr. Vos als griffier, en op 8 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.