Op 4 januari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1992 in Irak. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, met als doel verplichte zorg te verlenen, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. Tijdens de mondelinge behandeling op dezelfde dag was de betrokkene niet aanwezig, omdat hij niet gehoord wilde worden. De rechtbank heeft de betrokkene zelf opgezocht, maar hij weigerde deelname aan de behandeling. De behandelaar verklaarde dat de betrokkene lijdt aan een chronische psychotische stoornis, wat behandeling bemoeilijkt. De rechtbank concludeerde dat er ernstig nadeel voor de betrokkene zou ontstaan zonder verplichte zorg, gezien zijn psychische toestand en eerdere agressie-incidenten. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, tot 4 januari 2025, en wees het verzoek om een machtiging voor twee jaar af, omdat dit niet door de officier van justitie was verzocht. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Broeders en schriftelijk uitgewerkt op 8 januari 2024.