Uitspraak
- het op 3 februari 2023 ontvangen verzoekschrift met producties;
- de brief met bijlagen van 17 maart 2023 van mr. Kranenburg;
- de brief met bijlagen van 5 april 2023 van mr. Kranenburg;
- het op 13 juni 2023 ontvangen verweerschrift, tevens houdende zelfstandige verzoeken, met producties;
- het op 1 augustus 2023 ontvangen verweer op zelfstandige verzoeken met producties;
- de brief van 27 november 2023 van mr. Van Beurden, tevens houdende aanvullende verzoeken, met producties;
- de brief met bijlagen van 27 november 2023 van mr. Stol;
- de brief met bijlagen van 7 december 2023 van mr. Van Beurden.
2.De feiten
[datum 2] 2022;
[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2018 te [plaats 3] (hierna ook: [minderjarige] );
vrouw bepaald en vastgesteld dat de man en [minderjarige] gerechtigd zijn tot het hebben van
contact met elkaar:
3.De verzoeken
- de door hem ten behoeve van [minderjarige] te betalen bijdrage met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift nader vast te stellen op € 130,= per maand;
- de door hem ten behoeve van de vrouw te betalen bijdrage met ingang van de dag waarop de beschikking tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, te weten 15 maart 2022, nader vast te stellen op nihil.
- de in de beschikking van deze rechtbank van 15 maart 2022 bepaalde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen door het laten vervallen van het verblijf van [minderjarige] bij de man in de ene week van donderdag 18.00 uur tot vrijdagochtend tot aan het naar school brengen;
- indien de man niet in staat is dan wel niet van plan is om het verblijf van [minderjarige] in de vakanties bij helfte te verdelen, de eerder bepaalde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen door het laten vervallen van het verblijf van [minderjarige] bij de man gedurende de helft van de vakanties, met uitzondering van drie weken zomervakantie;
- te bepalen dat de man verplicht is om de helft van de kosten die door de vrouw gemaakt worden in verband met de slechte ogen van [minderjarige] aan de vrouw te voldoen binnen veertien dagen nadat de man van de vrouw een specificatie van de kosten heeft ontvangen.
- de ouders hebben inzicht in de (psychologische) gevolgen van de scheiding voor het kind;
- het kind heeft een stem in het scheidingsproces, voelt zich gehoord en gesteund.
- welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de ouders komt het meest tegemoet aan de belangen van de minderjarige?
- hoe dient de regeling qua aard, duur en frequentie vorm gegeven te worden?
- welke andere feiten en/of omstandigheden die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, is niet in voorgaande vragen aan de orde gesteld en is wel van belang om te vermelden?
€ 1.224,= bruto per maand, te vermeerderen met vakantietoeslag en een omzettoeslag van
€ 288,= per jaar. Dat leidt, rekening houdend met de algemene heffingskorting, arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting, het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop tot een netto besteedbaar inkomen van € 1.839,= per maand. Zoals volgt uit eerdergenoemde aanbevelingen geldt voor inkomens beneden een netto besteedbaar inkomen van € 2.065,= per maand vaste bedragen per categorie. Dat leidt ertoe dat de vrouw in dit geval een draagkracht voor kinderalimentatie heeft van € 51,= per maand. De rechtbank verwijst naar de aangehechte berekening.
€ 450,= per maand huur voor betaalt. Het klopt dat de contactmomenten met [minderjarige] bij zijn moeder plaatsvinden, want dat is een betere plek voor [minderjarige] . Als zijn financiële situatie het toelaat, gaat de man op zoek naar een huurwoning zodat hij [minderjarige] thuis kan ontvangen.
€ 3.426,= bruto per maand, te vermeerderen met vakantietoeslag en te verminderen met pensioenpremie van € 262,= per maand. Dat leidt, rekening houdend met de algemene heffingskorting en de arbeidskorting tot een netto besteedbaar inkomen van € 2.810,= per maand en een draagkracht voor kinderalimentatie van € 488,= per maand. De rechtbank verwijst naar de aangehechte berekening.
€ 599,= per maand.
- € 88,= schuld motorrijtuigenbelasting;
- € 200,= schuld Qander;
- € 79,= schuld T-Mobile;
- € 250,= aflossing advocaatkosten.
5.De beslissing
18 juni 2024 pro forma, of zoveel eerder als mogelijk is, de UHA rapportage over het verloop en de resultaten van het (jeugd)hulpverleningstraject bij de griffie van de rechtbank in te dienen;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.