ECLI:NL:RBZWB:2024:7560
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening wegens gebrek aan spoedeisend belang
Op 6 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. P.R. Botman, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek, dat op 12 september 2024 een vergunning had verleend voor de verbouwing van een schuur voor de opvang van Oekraïners. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek kennelijk ongegrond was en dat er geen spoedeisend belang aanwezig was. Verzoeker had niet voldoende gemotiveerd waarom hij niet kon wachten op de beslissing op bezwaar van het college. De voorzieningenrechter benadrukte dat de procedure voor een voorlopige voorziening bedoeld is voor situaties waarin direct ingrijpen door de rechtbank vereist is, en niet als ondersteuning voor of tegenwicht tegen het advies van de commissie bezwaarschriften. De rechtbank concludeerde dat de gebruikelijke procedure kon worden gevolgd en dat er geen reden was om met een voorlopig oordeel in te grijpen. Het verzoek werd afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.