ECLI:NL:RBZWB:2024:7561

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 maart 2024
Publicatiedatum
6 november 2024
Zaaknummer
C/02/418732 / FA RK 24-519
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van Triest
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige in een complexe gezinscontext

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 maart 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de benoeming van een bijzondere curator voor een minderjarige, geboren in 2007. De minderjarige, die sinds november 2021 niet meer bij haar ouders woont, heeft een verzoek ingediend om een bijzondere curator te benoemen, omdat zij zich onvoldoende gehoord voelt door haar jeugdzorgwerker. De ouders van de minderjarige, die in het verleden gehuwd zijn geweest, hebben geen bezwaar tegen de benoeming van een bijzondere curator en hopen dat dit zal bijdragen aan de behandeling van de minderjarige en haar terugkeer naar huis.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige onder toezicht staat van de Stichting Jeugdbescherming Brabant en dat er een verzoek is ingediend voor gesloten jeugdhulp. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 maart 2024 zijn de ouders, de jeugdzorgwerker en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig geweest. De Raad heeft geadviseerd om een bijzondere curator te benoemen, gezien de complexe situatie van de minderjarige en haar behoefte aan vertegenwoordiging.

De kinderrechter heeft in overweging genomen dat de belangen van de minderjarige in strijd kunnen zijn met die van haar ouders en dat het noodzakelijk is om haar stem te laten horen in de juridische procedures. De kinderrechter heeft mr. [de bijzondere curator], een familierechtadvocaat, benoemd als bijzondere curator, met de opdracht om de belangen van de minderjarige te behartigen en rapport uit te brengen aan de rechtbank voor 8 mei 2024. De kinderrechter heeft de behandeling van de zaak pro forma aangehouden tot deze datum.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie: Breda
Zaaknummer: C/02/418732 / FA RK 24-519
beschikkingin de zaak van
[minderjarige],
geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende op een geheime woon- of verblijfplaats,
hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[minderjarige], voormeld,
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder,
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
hierna te noemen de gecertificeerde instelling (GI),
gevestigd te Tilburg.
De Raad voor de Kinderbescherming Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna te noemen de Raad, is op grond van artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) betrokken in de procedure.
1. Het verloop van het geding
1.1 Dit blijkt uit de volgende stukken:
- de brief van [minderjarige] van 24 januari 2024;
- de mondelinge behandeling, met gesloten deuren, van 7 maart 2024.
1.2 De kinderrechter heeft op 26 februari 2024 met [minderjarige] gesproken over haar brief. De inhoud van dit gesprek is kort samengevat tijdens de mondelinge behandeling op 7 maart 2024.
1.3 Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschenen: de ouders van [minderjarige] bijgestaan door een tolk, een vertegenwoordigster van de GI en een vertegenwoordigster van de Raad.

2.De feiten

De ouders zijn gehuwd geweest. Uit dit huwelijk is [minderjarige] geboren.
Het huwelijk tussen de ouders is ontbonden op [datum] 2023. De ouders wonen op dit moment weer samen.
De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
[minderjarige] staat sinds 8 maart 2022 onder toezicht van de GI. De ondertoezichtstelling van [minderjarige] is daarna telkens verlengd, laatstelijk tot 3 juni 2024.
[minderjarige] verblijft sinds november 2021 niet meer bij haar ouders, maar elders. Op 8 maart 2022 is voor het eerst een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] afgegeven. Deze maatregel is steeds verlengd, laatstelijk tot 3 juni 2024. Sinds 29 juli 2023 verblijft [minderjarige] (wederom) in een veilige opvang op een geheime locatie.
Bij verzoekschrift van 1 maart 2024 heeft de GI een verzoek ingediend om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te verblijven voor de duur van zes maanden (bekend onder zaaknummer C/02/419872/ JE RK 24-408). Op dit verzoek moet nog worden beslist. De zaak zal op korte termijn op een mondelinge behandeling worden behandeld.

3.De vraag

[minderjarige] heeft gebruik gemaakt van de informele rechtsingang door een brief te sturen aan de kinderrechter van deze rechtbank. In haar brief heeft [minderjarige] de kinderrechter gevraagd om een bijzondere curator over haar te benoemen. Tijdens het gesprek met de kinderrechter heeft [minderjarige] herhaald dat zij graag wil dat een bijzondere curator over haar wordt benoemd.

4.De beoordeling

4.1
[minderjarige] heeft in haar brief en tijdens het gesprek met de kinderrechter, kort samengevat, aangegeven dat zij sinds november 2021 niet meer bij haar ouders woont omdat zij niet meer veilig bij haar ouders was. [minderjarige] , maar ook haar jongere broertjes en zusjes, staan onder toezicht. [minderjarige] voelt zich onvoldoende gehoord en gezien door haar huidige jeugdzorgwerker. Volgens [minderjarige] worden er door haar jeugdzorgwerker beslissingen over haar genomen waar zij het vaak niet mee eens is en die zij ook niet begrijpt. Ook loopt het contact met haar jeugdzorgwerker stroef. [minderjarige] wil graag aan haar toekomst werken en niet telkens geconfronteerd worden met een beperking van haar vrijheden. Inmiddels ligt er een verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp, maar ook daar is [minderjarige] het niet mee eens. [minderjarige] zou graag een bijzondere curator over haar benoemd willen hebben om haar stem beter naar voren te brengen en om haar te vertegenwoordigen zowel binnen als buiten de rechtszaal. De relatie tussen [minderjarige] en haar beide ouders is zeer complex. Met haar vader heeft [minderjarige] geen contact en met haar moeder minimaal. Volgens [minderjarige] zijn ouders gescheiden, maar is inmiddels sprake van een herstel van de relatie.
4.2
De ouders hebben tijdens de mondelinge behandeling aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het benoemen van een bijzondere curator over [minderjarige] . Zij refereren zich aan het oordeel van de kinderrechter. De ouders hopen dat [minderjarige] voor haar problematiek behandeling gaat krijgen en dat zij weer thuis komt te wonen. De huidige omgeving waar [minderjarige] nu verblijft heeft volgens de ouders geen goede invloed op het gedrag van [minderjarige] .
4.3
Omdat de vaste jeugdzorgwerker van [minderjarige] niet aanwezig kon zijn op de mondelinge behandeling, heeft zij zich tijdens de mondelinge behandeling laten vertegenwoordigen door een collega van haar. Door deze jeugdzorgwerker, betrokken bij het gezin omdat zij de jeugdzorgwerker is van de andere kinderen van ouders, is naar voren gebracht dat door de GI een verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [minderjarige] is ingediend omdat het op de huidige locatie waar [minderjarige] verblijft niet lukt om haar ontwikkeling te bevorderen. Er blijven zich onveilige situaties voordoen. De GI kan zich goed voorstellen dat [minderjarige] zich niet gehoord en gezien voelt. Er worden beslissingen over haar genomen die zij moeilijk vindt. De GI kan instemmen met de benoeming van een bijzondere curator over [minderjarige] .
4.5
De vertegenwoordigster van de Raad heeft aangegeven dat [minderjarige] zich in een complexe situatie bevindt. Een bijzondere curator zou [minderjarige] hierin kunnen ondersteunen. De Raad adviseert de kinderrechter om een bijzondere curator over [minderjarige] te benoemen.
4.6
Ingevolge 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kinderrechter een bijzondere curator benoemen om een minderjarige, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen. De kinderrechter kan dit doen als - in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding of het vermogen van de minderjarige - de belangen van (één van) de met het gezag belaste ouder(s) of voogd(en) in strijd zijn met die van de minderjarige. De kinderrechter moet beoordelen of zij die benoeming noodzakelijk acht en daarbij in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking nemen. Het benoemen van een bijzondere curator kan plaatsvinden op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve.
De huidig betrokken jeugdzorgwerker van [minderjarige] is vanuit de GI aangesteld en is een neutraal persoon die tot taak heeft de belangen van [minderjarige] te behartigen. Gebleken is echter dat [minderjarige] zich door de jeugdzorgwerker onvoldoende gehoord en gezien voelt. Zij is het regelmatig niet eens met de beslissingen die door de jeugdzorgwerker over haar worden genomen, en staat niet achter het door de jeugdzorgwerker bij de rechtbank recent ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp. Daarnaast is de relatie tussen [minderjarige] en haar beide ouders verstoord, waarbij sprake is van een zeer complex gezinssysteem en uiteenlopende belangen. Er zou sprake zijn van gevaar voor eerwraak. Er speelt heel veel en belangrijk is dat de stem van [minderjarige] in alle gebeurtenissen die zich rondom en met [minderjarige] afspelen, niet ondergesneeuwd raakt. Dit geldt temeer nu [minderjarige] inmiddels 17 jaar oud is en zij richting volwassenheid gaat. Dit alles maakt dat de kinderrechter het benoemen van een bijzondere curator in het belang van [minderjarige] noodzakelijk acht om er zorg voor te dragen dat de belangen van [minderjarige] voldoende worden behartigd en dat haar stem wordt gehoord in en rondom de gerechtelijke procedures die spelen. De ouders, de GI en de Raad hebben aangegeven in te kunnen stemmen met de benoeming van een bijzondere curator.
Mr. [de bijzondere curator] , (familierecht)advocaat, kantoorhoudende te [plaats] , is bereid gevonden om in deze procedure als bijzondere curator op te treden en zal hiertoe door de rechtbank worden benoemd. Voor de duur van de procedure (in eerste aanleg) dient de bijzondere curator de belangen van [minderjarige] te behartigen.
De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator de volgende vragen te onderzoeken en te beantwoorden, en de kinderrechter daarover te rapporteren:
- wat zijn de wensen en behoeften van [minderjarige] met betrekking tot haar woon- en verblijfsplek nu en in de toekomst, het gezag van haar beide ouders en het contact met haar beide ouders en broertjes en zusjes en wat is hierin het meest in het belang van [minderjarige] ;
- zijn er mogelijkheden om de samenwerking tussen [minderjarige] en haar jeugdzorgwerker te verbeteren? Zo ja, hoe?
- zijn er naar het oordeel van de bijzondere curator nog andere aandachtspunten of opmerkingen die in het belang van [minderjarige] naar voren moeten worden gebracht?
De bijzondere curator wordt verzocht gesprekken te voeren met [minderjarige] , de jeugdzorgwerker van [minderjarige] en de ouders van [minderjarige] . Het staat de bijzondere curator verder vrij gesprekken te voeren met overige betrokken personen die informatie over [minderjarige] kunnen verschaffen.
Desgewenst kan de bijzondere curator als vertegenwoordiger van [minderjarige] een zelfstandig verzoek bij de rechtbank indienen.
De kinderrechter wijst de ouders erop dat zij de verplichting hebben de door de bijzondere curator te geven instructies op te volgen. De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator de leidraad werkwijze en verslag bijzondere curator op grond van artikel 1:250 BW in acht te nemen.
De bijzondere curator wordt verzocht om binnen acht weken na heden, te weten uiterlijk
8 mei 2024 rapport en advies uit te brengen aan de rechtbank. De kinderrechter zal de procedure tot aan de genoemde datum van 8 mei 2024 pro forma aanhouden.
Tot slot overweegt de kinderrechter dat de bijzondere curator - met haar instemming - ook in de zaak C/02/419872/JE RK 24-408 (verzoek gesloten plaatsing) als advocaat aan [minderjarige] zal worden toegevoegd. Dit om de belangenbehartiging van [minderjarige] in handen te houden van één en dezelfde persoon.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1
benoemt - met inachtneming van het hiervoor overwogene - over de [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats] ( [land] ), tot bijzondere curator:
mr. [de bijzondere curator] , kantoorhoudende te [plaats] ,
met het verzoek over de vragen zoals hiervoor onder 4.6 geformuleerd te rapporteren en adviseren;
5.2
houdt de behandeling van de zaak aan tot
8 mei 2024 pro formaen verzoekt de bijzondere curator uiterlijk op die datum een rapport en advies aan de rechtbank toe te zenden;
5.3
behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van Triest, kinderrechter, en uitgesproken in het openbaar op 13 maart 2024, in tegenwoordigheid van mr. Snatersen, griffier.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.