Op 6 november 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven over de zorgregeling van een minderjarige, geboren in 2007. De zaak betreft een verzoek van de minderjarige om de bestaande zorgregeling te wijzigen, zodat zij niet meer om het weekend en tijdens de zomervakantie bij haar vader hoeft te verblijven. De kinderrechter heeft eerder, op 7 februari 2024, afspraken gemaakt tussen de ouders over het contact tussen de minderjarige en haar vader. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2024 is gebleken dat de minderjarige momenteel EMDR-therapie ondergaat en dat de huidige regeling, waarbij de vader om de twee weken een WhatsApp-bericht stuurt, voor haar het hoogst haalbare is. De ouders hebben aangegeven dat zij geen verdere betrokkenheid van de kinderrechter nodig vinden en dat de huidige regeling als zorgregeling kan worden vastgelegd. De kinderrechter heeft besloten de zaak te beëindigen, gezien de omstandigheden en de naderende meerderjarigheid van de minderjarige. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Phillips, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Snatersen, griffier.