Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster III Insolventie en kanton beheerszaken
Middelburg
zaaknummer: 11365893 OV VERZ 24-4696
beschikking van 28 oktober 2024 tot ambtshalve ontslag en benoeming bewindvoerder
Het procesverloop en de beoordeling
Door de kantonrechter te Middelburg is bij beschikking van 27 november 2014 een bewind ingesteld over de goederen van [betrokkene] , hierna te noemen betrokkene, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1973, wonende te [woonadres] . De huidige grond voor de onderbewindstelling is de lichamelijke of geestelijke toestand. Momenteel is [de bewindvoerder 1] h.o.d.n. [bewindvoerderskantoor] , correspondentieadres: [adres 1] , de bewindvoerder.
Bij e-mailbericht van 30 september 2024 is de bewindvoerder opgeroepen voor een onderhoud met de kantonrechter. De bewindvoerder is op de zitting van 22 oktober 2024 verschenen.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter aan de bewindvoerder medegedeeld dat zij het voornemen heeft om bewindvoerder ambtshalve te ontslaan in alle zaken bij deze rechtbank omdat de organisatie van bewindvoerder niet (langer) voldoet aan de kwaliteitseisen voor professionele bewindvoerders, curatoren en mentoren en omdat er onregelmatigheden zijn geconstateerd in (een aantal) dossiers die vallen onder het toezicht van deze rechtbank.
Bewindvoerder heeft ter zitting uiteindelijk aangegeven in te kunnen stemmen met zijn ontslag.
De kantonrechter is van oordeel dat de bewindvoerder op grond van gewichtige redenen ambtshalve ontslagen moet worden.
De kantonrechter heeft [de bewindvoerder 2] B.V., correspondentieadres: [adres 2] , benaderd en bereid gevonden benoemd te worden tot opvolgend bewindvoerder.
De kantonrechter bepaalt dat het ontslag ingaat per 1 november 2024 en benoemt de opvolgend bewindvoerder met ingang van dezelfde datum.
Betrokkene is gelet op de spoedeisendheid van het ontslag en het feit dat het ontslag in meerdere zaken tegelijk wordt gegeven, niet gehoord, maar zal daartoe desgewenst alsnog in de gelegenheid worden gesteld.
Nadat betrokkene kennis heeft kunnen maken met de werkwijze van de nieuwe bewindvoerder, wordt de gelegenheid geboden een andere (opvolgend) bewindvoerder voor te dragen indien betrokkene dat wenst. Daarvoor moet betrokkene per brief aangeven welke nieuwe bewindvoerder gewenst wordt en bereid is en waarom [de bewindvoerder 2] B.V. moet worden vervangen. Indien niet uiterlijk op 1 maart 2025 een dergelijk bericht is ontvangen, zal betrokkene geacht worden akkoord te zijn met de benoemde bewindvoerder.
Uit de stukken is de kantonrechter gebleken dat betrokkene in staat is om zelf aan de bewindvoerder toestemming te geven voor het doen van beschikkingshandelingen. De betrokkene wordt in staat geacht de rekening en verantwoording ter goedkeuring te ondertekenen.
Aangezien het ontslag te wijten is aan de bewindvoerder zal de kantonrechter bepalen dat de bewindvoerder geen vergoeding voor het opmaken van de eindrekening en verantwoording in rekening mag brengen.
De opvolgend bewindvoerder moet een boedelbeschrijving en een (aanvullend) plan van aanpak opmaken.
De opvolgend bewindvoerder wordt opgedragen onderzoek te doen naar de financiële gang van zaken in het bewindsdossier en vast te stellen of betrokkene schade heeft geleden door toedoen van de huidige bewindvoerder en ter zake verslag uit te brengen aan de kantonrechter.
De kantonrechter zal de beloning van de opvolgend bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen
overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (basistarief).
Uit de wet vloeit voort dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is en in stand blijft zolang niet in eventueel hoger beroep anders is beslist.
De beslissing
De kantonrechter:
ontslaat, met ingang van 1 november 2024, [de bewindvoerder 1] h.o.d.n. [bewindvoerderskantoor] als bewindvoerder over de goederen van de betrokkene [betrokkene] ;
benoemt, met ingang van 1 november 2024, [de bewindvoerder 2] B.V. tot bewindvoerder over de goederen van de betrokkene [betrokkene] ;
gelast dat de ontslagen bewindvoerder zowel de papieren stukken in het dossier als de digitale gegevens (via een leesbare gegevensdrager dan wel via een opdracht aan de softwareleverancier) over te dragen aan [de bewindvoerder 2] B.V.;
bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder uiterlijk 1 januari 2025 eindrekening en verantwoording zal afleggen aan de nieuwe bewindvoerder en die vervolgens doet toekomen aan de kantonrechter;
bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder geen vergoeding voor het opmaken van de eindrekening en verantwoording in rekening mag brengen;
stelt de beloning van de opvolgend bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder een boedelbeschrijving en een (aanvullend) plan van aanpak overlegt;
draagt de opvolgend bewindvoerder op onderzoek te doen naar de financiële gang van zaken in het bewindsdossier en vast te stellen of betrokkene schade heeft geleden door toedoen van de ontslagen bewindvoerder en ter zake verslag uit te brengen aan de kantonrechter;
stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
uit de wet vloeit voort dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is en in stand blijft zolang in hoger beroep niet anders is geoordeeld.
Deze beschikking is gegeven door mr. De Kroon en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2024.
Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak Hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend.