ECLI:NL:RBZWB:2024:7673

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 oktober 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
C/02/427496 / FA RK 24-4714
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis en verwaarlozing

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 oktober 2024 een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden aan betrokkene, geboren in 1946, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornis, en dat er ernstige verwaarlozing van zowel betrokkene als zijn leefomgeving is. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de advocaat van betrokkene, een begeleidster van het Leger des Heils en de zorgverantwoordelijke. De advocaat pleitte voor afwijzing van het verzoek, stellende dat er nog mogelijkheden zijn binnen het vrijwillige kader, maar de rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De omstandigheden in de woning van betrokkene zijn ernstig, met een ongedierteplaag en een dreigende uithuiszetting. De rechtbank concludeert dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen en dat de gevraagde zorgvormen evenredig en effectief zijn. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/427496 / FA RK 24-4714
Datum uitspraak: 28 oktober 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1946 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. mr. E.S. van Aken te Zierikzee.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen van 10 oktober 2024, binnengekomen bij de rechtbank op 10 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • mw. [naam 1] , begeleider van het Leger des Heils;
  • dhr. [naam 2] , zorgverantwoordelijke;
  • mw. [naam 3] , echtgenote van betrokkene.
1.3.
Gelijktijdig is het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging met zaaknummer: C/02/427493 / FA RK 24-4712 behandeld.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.Standpunten

3.1.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat de woning niet kan ventileren. Er komt geen frisse lucht binnen omdat de ramen niet open kunnen. Verder geeft betrokkene aan dat hij graag samen met zijn echtgenote wil blijven wonen, zodat hij voor haar kan zorgen. Zijn echtgenote heeft namelijk astma en moet hier ’s nachts spuiten voor krijgen. Ook is zijn echtgenote voor veel dingen allergisch. Betrokkene draagt hiervoor de zorg.
3.2.
De advocaat bepleit afwijzing van het verzoek. De advocaat is van mening dat er nog stappen gezet kunnen worden in het vrijwillig kader. Het echtpaar toont namelijk geen verzet voor het verkrijgen van meer hulp. Daarnaast is er enkel sprake van een vermoeden van een psychische stoornis. Het echtpaar heeft een bijzondere leefwijze en zijn al jaren in staat om zo te leven. Het echtpaar wil graag naar een andere woning en zal hieraan meewerken. De advocaat is aldus van mening dat een gedwongen opname op dit moment nog een brug te ver is.
3.3.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling licht de begeleidster van het Leger des Heils toe dat het echtpaar vorig jaar juni hier is komen wonen. Het lukt hen niet om zelfstandig de woning schoon te houden, zoals de woningbouwvereniging dat wil. Er is hiervoor huishoudelijke hulp ingezet. Momenteel is er nog maar één mevrouw vanuit [zorgorganisatie] die komt schoonmaken. Andere partijen zijn gestopt vanwege de slechte hygiëne. De begeleidster van het Leger des Heils mag vanuit haar leidinggevende ook niet meer de woning betreden vanwege de slechte hygiëne en de verhoogde kans op gezondheidsklachten. Hierdoor is het moeilijk om (snel) in te kunnen grijpen. Het echtpaar zou ook graag naar een andere woning willen, echter is het niet mogelijk om een schone verhuurdersverklaring te krijgen. Verder geeft de begeleidster aan dat er zorgen zijn over het psychisch functioneren van het echtpaar. Er zijn voorzieningen bij het Leger des Heils waar meer zorg kan worden geboden en waar het echtpaar naar toe zou kunnen. Hiervoor moet er wel eerst een indicatiestelling komen. De begeleidster is van mening dat het vrijwillig kader niet toereikend is. Tot slot geeft zij aan dat het belangrijk is dat de huidige woning beschikbaar blijft als het echtpaar klinisch wordt opgenomen.
3.4.
De zorgverantwoordelijke geeft aan dat hij sinds een aantal maanden betrokken is bij het echtpaar. De huidige woonsituatie zorg voor overlast in de omgeving en voor grote problemen bij het echtpaar zelf. Hierdoor heeft de woningstichting door middel van een brief aangegeven dat het echtpaar niet langer in de woning kan verblijven. Er is al veel hulpverlening ingezet, zonder het gewenste resultaat. Het enkel opschalen van de hulpverlening gaat het probleem niet oplossen. Bij het echtpaar is er een vermoeden van een psychiatrische stoornis, namelijk een gedeelde waanstoornis (folie à deux). De zorgverantwoordelijke is van mening dat een zorgmachtiging met een opname ter diagnostiek en behandeling noodzakelijk is. Het is namelijk nog niet precies duidelijk wat er allemaal speelt en het echtpaar wil niet vrijwillig worden opgenomen. Er kan sprake zijn van meerdere stoornissen, maar dit moet een klinische observatie duidelijk maken. Tijdens deze observatie is het van belang dat het echtpaar afzonderlijk van elkaar zit. Bij een goede diagnose kan er ook een indicatiestelling worden aangevraagd waardoor het echtpaar uiteindelijk in een geschikte woning kan verblijven. Het verplicht kader is aldus noodzakelijk voor diagnostiek en behandeling. Een zorgmachtiging voor de duur van 6 maanden is hiervoor noodzakelijk. Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg sluit de zorgverantwoordelijke zich aan bij de zorgmodaliteiten zoals die zijn verzocht.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Bij betrokkene is sprake van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornis en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Bij betrokkene is sprake van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornis en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Zoals de zorgverantwoordelijke tijdens de mondelinge behandeling heeft aangegeven is er bij betrokkene vermoedelijk sprake van een (gedeelde) waanstoornis gezien de achterdocht, de bizarre leefwijze die betrokkene en zijn echtgenote er op na houden, het bizarre karakter van de overtuiging en het niet corrigeerbare karakter hiervan ondanks een dreigende uithuiszetting. De rechtbank neemt hierbij ook in aanmerking dat betrokkene eerder (in 2012) gedwongen opgenomen is geweest en behandeld in verband met ernstige verwaarlozing in de thuissituatie en een waanstoornis.
4.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstige psychische schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
4.4.
Het is de rechtbank gebleken dat er bij betrokkene sprake is van zelfverwaarlozing en verwaarlozing van de leefomgeving. De woning van betrokkene en zijn echtgenote is ernstig vervuild geraakt. Zo wordt er eten en suikerwater voor de muizen en de vliegen op de grond gelegd. Het echtpaar is namelijk van mening dat alle dieren zorg verdienen. Hierdoor is er een ongedierteplaag ontstaan waar ook de omwonenden ernstige overlast van ervaren. De woningstichting heeft vanwege deze overlast aangekondigd over te gaan tot een ontruiming van de woning waarbij een uiterlijke datum van 1 december 2024 is genoemd. Hierdoor ontstaat er een risico om dakloos te worden. Het echtpaar is in het verleden ook al eens eerder uit huis gezet vanwege soortgelijk gedrag.
4.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Bij betrokkene is er geen sprake van ziektebesef en -inzicht. Betrokkene meent dat er bij hem geen sprake is van een psychische stoornis. Om die reden is verplichte zorg noodzakelijk.
4.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.8.
De verplichte vorm van zorg, te weten ‘het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening’, is niet door de officier van justitie verzocht. Gelet op hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, is de rechtbank van oordeel dat, in afwijking van het verzoek, deze vorm van verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden. De rechtbank zal deze aanvullende vorm van verplichte zorg met toepassing van artikel 6:4 lid 2 Wvggz toewijzen.
4.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.10.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1946 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 4.7. kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
28 april 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2024 door mr. Borm, rechter, in aanwezigheid van mr. Verplanke, griffier en op schrift gesteld op 11 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.