In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 oktober 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden voor de betrokkene, geboren in 1997, die in een crisis situatie verkeerde. De rechtbank heeft de procedure op 28 oktober 2024 met gesloten deuren behandeld, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren, evenals een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De burgemeester van Goes had eerder op 17 september 2024 een crisismaatregel genomen, die op 20 september 2024 door de rechtbank was toegewezen.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de betrokkene aangegeven dat het goed met hem gaat en dat hij sinds drie weken weer thuis verblijft. Hij heeft echter ook aangegeven dat hij medicatie alleen zal innemen als dit verplicht is, omdat hij van mening is dat hij geen bipolaire stoornis heeft. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige heeft echter verklaard dat de betrokkene in het verleden stabiel was, maar dat hij recentelijk weer manisch psychotisch is geworden na het staken van zijn medicatie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat er ernstig nadeel kan ontstaan als hij niet behandeld wordt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene niet bereid is om medicatie in te nemen zonder verplichte zorg. Daarom heeft de rechtbank besloten om de gevraagde zorgmachtiging te verlenen, met de nodige maatregelen voor verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.