Op 23 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007. De zaak werd behandeld in Middelburg, waar de kinderrechter de belangen van de minderjarige, de moeder en de grootouders moederszijde in overweging nam. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds november 2023 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI) en bij haar grootouders verblijft vanwege psychische problematiek bij de moeder. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing tot aan de meerderjarigheid van de minderjarige, die in 2025 zal plaatsvinden. Tijdens de mondelinge behandeling gaven zowel de moeder als de grootouders aan het verzoek te steunen, waarbij de moeder aangaf dat het beter met haar gaat en zij dagelijks contact heeft met de minderjarige. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat er nog steeds sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de minderjarige, die regelmatig schoolverzuim vertoont en geen hulpverlening accepteert. De kinderrechter heeft de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing goedgekeurd, met de nadruk op de noodzaak van passende begeleiding en ondersteuning voor de minderjarige, die bijna 18 jaar oud is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de beslissing onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep.