Op 23 oktober 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2020. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd met ingang van 1 november 2024 tot 1 januari 2025, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er positieve ontwikkelingen zijn geweest in de samenwerking tussen de ouders en de grootouders, en dat de doelen die eerder zijn gesteld, zijn behaald. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is om een geleidelijke overgang naar het vrijwillig kader te realiseren, waarbij de betrokkenen zich veilig en gezien voelen. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er geen netwerkscreening nodig is om de ondertoezichtstelling af te sluiten, mede op basis van het onderzoek van de gezinstherapeut. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ongeacht een eventueel hoger beroep.