ECLI:NL:RBZWB:2024:774

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 februari 2024
Publicatiedatum
9 februari 2024
Zaaknummer
10599010 CV EXPL 23-1661
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van der Lende-Mulder Smit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen wegens onvoldoende bewijs van koopovereenkomsten en identiteitsfraude

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de eisende partij, Alektum Capital AG, een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een geschil over vier bestellingen die op naam van de gedaagde zijn geplaatst bij Zalando, maar die de gedaagde betwist. De gedaagde heeft voldoende gemotiveerd weersproken dat zij de bestellingen heeft geplaatst en stelt dat er sprake is van identiteitsfraude. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet kan worden gehouden aan de vorderingen van Alektum, omdat deze niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde daadwerkelijk de overeenkomsten met Zalando heeft gesloten. De kantonrechter heeft de rechtsmacht van de Nederlandse rechter bevestigd op basis van het EVEX II-Verdrag, en het toepasselijke recht is vastgesteld op basis van de Rome I-Verordening. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat Alektum niet heeft aangetoond dat de bestellingen aan de gedaagde zijn geleverd, en heeft de vorderingen van Alektum afgewezen. De proceskosten zijn toegewezen aan de gedaagde, die in deze zaak in het gelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: 10599010 CV EXPL 23-1661
Vonnis van 7 februari 2024
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ALEKTUM CAPITAL AG,
gevestigd te Zug (Zwitserland),
eisende partij,
hierna te noemen: Alektum,
gemachtigde: [deurwaarderskantoor] ,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.Hoe is deze procedure verlopen?

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 20 juni 2023 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties;
- de conclusie van dupliek met productie;
- de akte van Alektum met productie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Wat zijn de feiten in deze zaak?

2.1.
Op naam van [de koper] (hierna: de koper) zijn op 5, 6 en 8 september 2022 via internet bij Zalando SE (hierna: Zalando) vier bestellingen gedaan van in totaal € 160,00. Bij de bestellingen is het woonadres van [gedaagde] als factuuradres en leveringsadres opgegeven. Het e-mailadres waarmee de bestellingen zijn geplaatst, is [e-mailadres] .
2.2.
De gegevens van de bestellingen zijn als volgt:
Bestelnummer
Bedrag
Factuurdatum
Vervaldatum factuur
[bestelnummer 1]
€ 25,00
05-09-2022
19-09-2022
[bestelnummer 2]
€ 45,00
06-09-2022
20-09-2022
[bestelnummer 3]
€ 45,00
08-09-2022
22-09-2022
[bestelnummer 4]
€ 45,00
08-09-2022
22-09-2022
2.3.
De facturen zijn niet betaald.
2.4.
Eén levering is door [gedaagde] geweigerd en teruggestuurd.
2.5.
Op enig moment heeft Zalando haar vorderingen op de koper verkocht en gecedeerd aan Zalando Payments GmbH in Berlijn. Zalando Payments GmbH heeft de vorderingen weer verkocht en gecedeerd aan Alektum.
2.6.
Op 21 maart 2023 heeft Alektum B.V. een aanmaning verstuurd naar het adres van [gedaagde] . Daarin wordt zij gesommeerd om binnen veertien dagen na ontvangst van de brief € 160,00 te betalen, vermeerderd met € 40,00 aan incassokosten als zij niet tot betaling overgaat.
2.7.
[gedaagde] heeft op 12 april 2023 per e-mail aan Alektum laten weten dat zij de aanmaning heeft ontvangen, maar dat Alektum zich tot de verkeerde persoon heeft gericht. Alektum heeft per e-mail op 13 april 2023 enkele nadere vragen aan [gedaagde] gesteld. [gedaagde] heeft daar op dezelfde dag per e-mail op geantwoord. Op 14 april 2023 heeft Alektum per e-mail geschreven: “
(…) Wij verzoeken u de correspondentie schriftelijk ons te voldoen met Zalando, om kenbaar te maken dat u deze bestelling niet herkent.” [gedaagde] heeft daarop per e-mail aan Alektum meegedeeld dat zij het bericht niet goed begrijpt, dat zij de ‘mailling’ per post aan Alektum zal toesturen, dat zij contact heeft gehad met Zalando, maar dat Zalando in verband met privacy geen verdere informatie kan geven.

3.Wat vordert Alektum en wat vindt [gedaagde] daarvan?

3.1.
Alektum vordert, na vermindering van eis, dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van € 157,66 (bestaande uit een hoofdsom van € 115,00, incassokosten van € 40,00 en rente berekend tot 20 juni 2023 van € 2,66), te vermeerderen met rente en proceskosten.
3.2.
Alektum stelt dat [gedaagde] vier koopovereenkomsten met Zalando heeft gesloten. De naam die bij de bestellingen is opgegeven, [de koper] , is afgeleid van haar volledige naam, [gedaagde] . Verder komt het woonadres van [gedaagde] overeen met het adres dat bij de bestellingen is opgegeven en waar de bestellingen zijn geleverd. Op grond van de koopovereenkomsten is [gedaagde] verplicht tot betaling van de facturen. Volgens Alektum is bestelling [bestelnummer 3] geretourneerd. Daarmee is deze koopovereenkomst herroepen en de verplichting tot betaling vervallen. Bij conclusie van repliek heeft Alektum de hoofdsom daarom verminderd met een bedrag van € 45,00. Het restant van € 115,00 is [gedaagde] nog verschuldigd. Omdat [gedaagde] te laat is met haar betaling, is zij ook incassokosten en rente verschuldigd. Alektum stelt zich verder op het standpunt dat zij aan haar (pre)contractuele informatieverplichtingen heeft voldaan, zodat haar daarvoor geen sanctie kan worden opgelegd.
3.3.
[gedaagde] is het niet eens met de vordering van Alektum. Zij betwist dat zij de koopovereenkomsten met Zalando heeft gesloten. Het bij de bestellingen opgegeven
e-mailadres is niet van haar en zij kent dit e-mailadres ook niet. [gedaagde] betwist ook dat de bestellingen aan haar zijn geleverd. Haar is een keer een niet besteld pakket aangeboden. Dit heeft zij geweigerd en teruggestuurd. Zij heeft van dit pakket geen ordernummer. [gedaagde] betwist dat zij iets aan Alektum is verschuldigd.

4.Hoe beoordeelt de kantonrechter deze zaak?

rechtsmacht en toepasselijk recht
4.1.
Omdat Alektum is gevestigd in Zwitserland en [gedaagde] in Nederland woont, heeft deze zaak een internationaal karakter. Dit betekent dat de kantonrechter ambtshalve de vraag moet beantwoorden of de Nederlandse rechter bevoegd is om deze zaak te behandelen. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend. Nederland en Zwitserland zijn beide partij bij het EVEX II-Verdrag. Nu [gedaagde] in Nederland woont, is op grond van artikel 15 van het EVEX II-Verdrag de Nederlandse rechter bevoegd.
4.2.
Verder is van belang welk recht op deze zaak van toepassing is. De kantonrechter beoordeelt dit aan de hand van de Rome I-Verordening, omdat de vordering is gebaseerd op overeenkomsten. In het geval van een gecedeerde vordering wordt het toepasselijke recht bepaald aan de hand van de oorspronkelijke overeenkomsten waar de vordering op is gebaseerd (artikel 14 lid 1 Rome I-Verordening). Dat zijn in dit geval koopovereenkomsten tussen een handelaar en een consument. Verder is het uitgangspunt van de Rome I-Verordening dat partijen onderling overeenkomen welk recht op hun geschillen van toepassing is (artikel 3 Rome I-Verordening). Die rechtskeuze mag, ook bij overeenkomsten met consumenten, worden opgenomen in de algemene voorwaarden. Conform de algemene voorwaarden van Zalando dient het Nederlandse recht te worden toegepast. [gedaagde] weerspreekt echter dat zij de gestelde overeenkomsten met Zalando heeft gesloten. Er kan dus niet zonder meer van uit worden gegaan dat [gedaagde] heeft ingestemd met de in de algemene voorwaarden gemaakte rechtskeuze. Ervan uitgaande dat een rechtskeuze ontbreekt, past de kantonrechter op grond van artikel 6 van de Rome I-Verordening het Nederlands recht toe, zijnde het recht van de woonplaats van [gedaagde] . Zij is, in de rechtsverhouding waarop deze zaak is gebaseerd, de consument.
(pre)contractuele informatieverplichtingen
4.3.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. De kantonrechter moet dan ambtshalve beoordelen of Zalando aan de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen heeft voldaan. Een schending van die verplichtingen wordt bestraft met een vermindering van de koopprijs. Hierna overweegt de kantonrechter echter dat de vordering van Alektum op andere gronden in zijn geheel niet toewijsbaar is. De kantonrechter gaat daarom niet verder in op de toetsing van de wettelijke (pre)contractuele informatieverplichtingen.
de inhoudelijke beoordeling
4.4.
[gedaagde] betwist dat zij de drie koopovereenkomsten met Zalando heeft gesloten op grond waarvan Alektum in deze zaak, na de eiswijziging, nog betaling vordert. Er is volgens [gedaagde] sprake van identiteitsfraude. Het zegt dus niets dat háár naam en woonadres bij de bestellingen zijn ingevuld, zoals Alektum heeft aangevoerd. Verder verklaart [gedaagde] dat het gebruikte e-mailadres niet van haar is. Kennelijk is het bestelproces bij Zalando er niet op ingericht om de identiteit van degene die bestelt te controleren. Daardoor is onzeker of [gedaagde] daadwerkelijk heeft besteld en blijft de mogelijkheid open dat, zoals zij stelt, misbruik is gemaakt van haar gegevens. Het ligt daarbij op de weg van Alektum om nader te onderbouwen dat [gedaagde] de overeenkomsten heeft gesloten.
4.5.
Alektum stelt in dat kader dat de bestellingen aan [gedaagde] zijn geleverd en niet door haar zijn teruggestuurd. [gedaagde] betwist die stelling. De kantonrechter oordeelt dat niet zonder meer kan worden aangenomen dat [gedaagde] de bestellingen heeft ontvangen op basis van de stelling van Zalando dat zij deze naar [gedaagde] woonadres heeft verzonden. Nu van twee van de drie bestellingen (bestellingen [bestelnummer 2] en [bestelnummer 4] ) volgens Alektum geen afleverbewijs beschikbaar is, heeft Alektum haar stelling op dit punt in ieder geval onvoldoende onderbouwd. Alektum stelt verder dat bestelling [bestelnummer 4] door [gedaagde] is teruggestuurd en dat daarover met haar is gecorrespondeerd. Echter is niet gebleken dat die correspondentie naar het e-mailadres of postadres van [gedaagde] is verzonden. Uit niets blijkt dat met [gedaagde] is gecorrespondeerd. Ter onderbouwing van de levering van bestelling [bestelnummer 1] heeft Alektum een screenshot overgelegd van de bezorginformatie van DHL. Uit dit screenshot blijkt dat op 6 september om 17.39 uur (jaartal onbekend) een pakket is bezorgd op het woonadres van [gedaagde] . [gedaagde] voert daar terecht tegen aan dat op dit screenshot geen bestelnummer en geen afzender wordt vermeld, dat er geen handtekening is geplaatst voor ontvangst en dat ook niet blijkt of de bestelling in persoon is overhandigd of dat deze ergens is achtergelaten. Bovendien heeft [gedaagde] onweersproken gesteld dat haar eenmaal een pakket is aangeboden dat zij heeft geweigerd. Van dit pakket weet zij geen ordernummer, zodat niet kan worden uitgesloten dat het screenshot betrekking heeft op die niet geaccepteerde levering. De kantonrechter kan op grond van het voorgaande niet vaststellen dat de drie bestellingen waarop de vordering van Alektum betrekking heeft, aan [gedaagde] zijn geleverd. De stelling van Alektum dat overeenkomsten tot stand zijn gekomen tussen [gedaagde] en Zalando is dus onvoldoende onderbouwd. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
de proceskosten
4.6.
Alektum is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van [gedaagde] worden tot dit vonnis vastgesteld op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen van Alektum af;
5.2.
veroordeelt Alektum in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Lende-Mulder Smit en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2024.