Op 27 september 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een zaak betreffende de spoeduithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2008. De zaak betreft een verzoek van de Stichting Jeugdbescherming Brabant, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, de vader en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De kinderrechter heeft eerder op 17 september 2024 een spoedmachtiging verleend tot uithuisplaatsing van de minderjarige in een jeugdhulpaanbieder en een gezinsvervangende accommodatie, die geldig was tot 1 oktober 2024. De huidige beschikking verlengt deze machtiging tot 20 oktober 2024, in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere beslissing zouden kunnen herroepen. De minderjarige verblijft momenteel bij een jeugdzorginstelling, waar zij geen invloeden van haar familie ondervindt. De kinderrechter oordeelt dat het noodzakelijk is om de huidige situatie voort te zetten, gezien de zorgen over de thuissituatie bij de grootouders van de minderjarige, waar eerder incidenten hebben plaatsgevonden. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en verklaard dat deze uitvoerbaar is bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.