ECLI:NL:RBZWB:2024:7759

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 oktober 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
C/02/426964 / FA RK 24-4441
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Benjaddi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 oktober 2024 een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden aan een betrokkene, geboren in 1987, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de beschikking gegeven in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel, materiële schade, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd door te verwijzen naar de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de verpleegkundig specialist. De betrokkene en zijn advocaat hebben aangegeven dat zij instemmen met de verzochte zorgmachtiging, mits deze alleen wordt toegepast in geval van decompensatie. De rechtbank heeft de gevraagde zorgvormen toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie, medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid, en heeft de overige verzochte zorgvormen afgewezen. De machtiging is geldig tot en met 8 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/426964 / FA RK 24-4441
Datum uitspraak: 8 oktober 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1987 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [woonplaats],
gehoord te [adres],
advocaat mr. C.J.M. Veth te Rijen.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen op 26 september 2024;
  • het historisch overzicht;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 22 september 2024;
  • het uittreksel justitiële documentatie;
  • de medische verklaring gedateerd 17 september 2024;
  • een politie mutatie;
  • een zorgkaart, gedateerd 22 augustus 2024;
  • een zorgplan, gedateerd 26 augustus 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op
8 oktober 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • mevrouw [naam], verpleegkundig specialist.
1.3.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend tot en met 3 november 2024.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging, als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de duur van twaalf maanden te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene merkt op dat hij naast de geboden FACT zorg, waaronder medicatie toediening en RIBW begeleiding, erg veel steun ervaart van zijn vader. Al deze zorg en ondersteuning bij elkaar heeft hij nodig om voldoende stabiel te kunnen functioneren. Betrokkene vindt ook veel rust in zijn geloof. Daarnaast waakt zijn vader ervoor dat hij geen drugs gaat gebruiken. Eerder is hij enkele keren psychotisch ontregeld geraakt nadat hij drugs had gebruikt. Daardoor vertoonde hij agressie en gevaarlijk en overlast gevend gedrag. Hij wil dat er door middel van verplichte zorg kan worden ingegrepen, wanneer een dergelijke situatie zich opnieuw dreigt voor te doen. Hij kan daarom achter de verzochte zorgmachtiging staan.
4.2.
De verpleegkundig specialist brengt naar voren dat betrokkene momenteel erg goed in de samenwerking is met het ambulante zorgteam. Er bestaat echter nog een aanmerkelijk risico dat betrokkene weer (hard)drugs gaat gebruiken. Zodra betrokkene een terugval kent in middelengebruik is hij niet meer in de samenwerking en raakt hij ook snel psychotisch ontregeld. Voor die situaties acht zij het noodzakelijk dat er tijdig middels het toepassen van verplichte zorg kan worden ingegrepen. Het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging en de daarin genoemde zorgvormen wordt daarom door haar ondersteund. Dit met dien verstande, dat zij geen noodzaak ziet voor het toedienen van vocht en voeding en voor het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen. Verder zullen de zorgvormen, voor zover die een opname mogelijkheid betreffen, uitsluitend worden toegepast in geval van (dreigende) ontregeling en maximaal voor een periode die nodig is om betrokkene voldoende te stabiliseren. Ten slotte merkt zij op dat het RIBW op zoek is naar een andere woonlocatie voor betrokkene, die beter aansluit bij zijn persoon, achtergrond en zijn zorgbehoefte.
4.3.
De advocaat van betrokkene voert aan dat zijn cliënt voor zichzelf goed heeft kunnen verwoorden hoe hij tegen het verzoek aan kijkt. Als zijn raadsman stelt hij vast dat betrokkene al gedurende langere tijd stabiel is, maar dat om die situatie te continueren het van belang is dat in geval van dreigende ontregeling er tijdig kan worden ingegrepen door het toepassen van verplichte zorg. Met deze toelichting kan hij namens zijn cliënt instemmen met het verzoek, voor zover dit betreft de noodzakelijk gebleken zorgvormen, zoals mondeling besproken. Wel verzoekt hij de rechtbank om ten aanzien van de zorgvormen, voor zover die zien op een opname mogelijkheid, te bepalen dat deze uitsluitend in geval van decompensatie kunnen worden toegepast.
5.
De beoordeling
5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is op grond van de inhoud van de stukken en de mondelinge behandeling van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige materiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang.
5.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.5.
Door de verpleegkundig specialist is toegelicht dat, om ervoor te zorgen dat betrokkene goed in de samenwerking blijft, het noodzakelijk is dat hij niet terugvalt in middelengebruik. De ervaring heeft geleerd dat, zodra er van een dergelijke terugval sprake is, betrokkene snel psychotisch ontregeld raakt met als gevolg dat hij niet langer in de samenwerking is en er een belangrijk risico ontstaat op ernstig nadeel, als hiervóór omschreven. Voor die situaties is het noodzakelijk dat er tijdig middels het toepassen van verplichte zorg kan worden ingegrepen. Betrokkene en zijn advocaat hebben mondeling laten blijken het standpunt van de verpleegkundig specialist te delen.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid
bij decompensatie;
- insluiten
bij decompensatie;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie
bij decompensatie.
De rechtbank zal de overige verzochte zorgvormen afwijzen, nu niet is gebleken dat deze vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn.
5.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.7.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1987 in [geboorteplaats],
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 5.5, tweede alinea, kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 oktober 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2024 door mr. Benjaddi, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 23 oktober 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.