ECLI:NL:RBZWB:2024:7765

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
C/02/426379 / FA RK 24/4151
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Janssen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om zorgmachtiging op basis van gewijzigde omstandigheden

Op 24 september 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek om een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie ten behoeve van een betrokkene, geboren in 1967, die lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie van het paranoïde type, en daarnaast vermoedelijk PTSS. De betrokkene verblijft in een kliniek en heeft te maken met forse somatische problematiek. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 september 2024 was de betrokkene niet aanwezig, en zijn advocaat kon niet met hem in contact komen. De zorgverantwoordelijke heeft verklaard dat er bij de betrokkene sprake is van een ernstige psychische stoornis die leidt tot levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er mogelijkheden zijn voor het bieden van passende zorg aan de betrokkene op vrijwillige basis in een Wzd-instelling, waar hij per 25 september 2024 zal worden overgeplaatst. Gezien deze gewijzigde omstandigheden concludeert de rechtbank dat niet meer wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wvggz. Daarom heeft de rechtbank het verzoek van de officier van justitie afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Janssen en is op 4 oktober 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/426379 / FA RK 24/4151
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 24 september 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats], [land],
wonende [kliniek 1], [adres],
thans verblijvend op voormeld adres.
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J. Nederlof te Tilburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 9 september 2024.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 4 september 2024;
- de medische verklaring van 3 september 2024;
- een zorgplan van 4 september 2024;
- een zorgkaart van 4 september 2024;
- een uittreksel uit het curateleregister;
- een afschrift van de beschikking waarbij mentorschap is ingesteld en een afschrift van de beschikking waarbij een mentor is benoemd;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 24 september 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- de advocaat van betrokkene;
- mevrouw [naam 1], zorgverantwoordelijke.
Tevens waren aanwezig:
- de heer [naam 2], mentor;
- mevrouw [naam 3], verpleegkundig specialist.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van zes maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening.

3.Standpunten

3.1
Betrokkene verblijft op de afgesproken datum en tijdstip op zijn kamer. Zijn advocaat deelt mede dat het hem niet is gelukt om met zijn cliënt in contact te komen, omdat hij in bed lag en niet onder zijn deken vandaan wilde komen. Hij heeft daarom het verzoek niet met zijn cliënt kunnen bespreken. De behandelend rechter stelt vervolgens vast bij een bezoek aan de kamer van betrokkene dat hij de aan hem in de Nederlandse taal gestelde vragen voldoende begrijpt en dat hij niet op deze vragen wenst te antwoorden. Ook laat betrokkene blijken niet aan de mondelinge behandeling te willen deelnemen en dat hij ook niet op andere wijze over het verzoek wil worden gehoord. De advocaat stemt ermee in dat de mondelinge behandeling plaats vindt buiten aanwezigheid van betrokkene.
3.2
De zorgverantwoordelijke brengt naar voren dat bij betrokkene sprake is van een psychische stoornis, te weten schizofrenie van het paranoïde type en daarnaast vermoedelijk PTSS. Betrokkene is reeds langdurig onder GGZ behandeling. Tevens kampt betrokkene met forse somatische problematiek, die zorgt voor meerdere wonden aan met name zijn onderbenen. In 2019 is hij overgeplaatst vanuit [kliniek 2] naar [kliniek 3], om in de buurt van zijn familie (kinderen) te kunnen wonen. De situatie doet zich thans voor dat betrokkene per 25 september 2024 zal worden overgeplaatst naar een Wet Zorg en Dwang (hierna: Wzd) zorglocatie, te weten [Wzd] te [plaats]. Dit betreft een zorgopname in een vrijwillig kader. Zodra betrokkene naar de Wzd-zorglocatie zal zijn overgeplaatst zal gemonitord worden of/in hoeverre er sprake is van voldoende samenwerking/acceptatie van de hem geboden zorg. Daaraan doet niet af dat de aard en juridische constructie van de beoogde zorgopname met zich brengt dat de noodzaak tot het verlenen van een zorgmachtiging ingevolge de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) is komen te ontbreken.
3.3
De advocaat van betrokkene voert aan dat uit de actuele gewijzigde omstandigheden volgt dat er voor het verlenen van een zorgmachtiging, als bedoeld in de Wvggz geen juridische grondslag meer is. Nu echter het verzoek door de officier van justitie niet is ingetrokken stelt hij zich namens zijn cliënt op het standpunt dat het verzoek moet worden afgewezen.

4.Beoordeling

4.1
Uit de overgelegde stukken en het besprokene tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie-spectrum- en andere psychotische stoornissen.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4.
Het vorenstaande laat onverlet dat uit de meest actuele gegevens is gebleken van mogelijkheden voor het bieden van passende zorg aan betrokkene op vrijwillige basis in een Wzd-instelling. Betrokkene zal per 25 september 2024 worden overgeplaatst naar [Wzd] te [plaats]. De rechtbank concludeert op grond van de aldus gewijzigde omstandigheden dat aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een zorgmachtiging ingevolge de Wvggz niet meer wordt voldaan. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

5.Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Janssen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2024 in tegenwoordigheid van Baremans als griffier, en op 4 oktober 2024 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.