In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 oktober 2024 een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie. Het verzoek betreft de betrokkene, geboren in 1995, die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 11 oktober 2024, vergezeld van diverse medische documenten en verklaringen. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn zowel de betrokkene als zijn advocaat en een zorgverantwoordelijke gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt van zijn psychische aandoening, wat kan leiden tot levensgevaar en ernstige verwaarlozing. Ondanks de ontkenning van de betrokkene over de noodzaak van verplichte zorg, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft daarom besloten om de zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De overige verzochte zorgvormen zijn afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk zijn gebleken.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Van Dun, rechter, en is op schrift gesteld op 8 november 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.