ECLI:NL:RBZWB:2024:7776

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 november 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
C/02/427866 / FA RK 24-4888
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • P. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2024 een zorgmachtiging verleend voor de betrokkene, geboren in 1999, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 22 oktober 2024. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn de betrokkene, zijn advocaat, een psychiater en een verpleegkundige gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een psychotische stoornis en een verslavingsstoornis, die ernstig nadeel veroorzaakt. Dit nadeel omvat ernstige psychische schade, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, gezien het geringe ziekte-inzicht van de betrokkene en het gebrek aan intrinsieke motivatie om vrijwillig mee te werken aan de zorg.

De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, maar heeft de duur beperkt tot negen maanden, in plaats van de door de officier van justitie gevraagde twaalf maanden. De rechtbank heeft de noodzaak van verschillende vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De overige verzochte zorgvormen zijn afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/427866 / FA RK 24-4888
Datum uitspraak: 7 november 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1999 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [plaats 1],
verblijvende te [plaats 2], [adres],
advocaat mr. F.J. Koningsveld te Breda.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 22 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 7 november 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • mevrouw [naam 1], psychiater;
  • mevrouw [naam 2], verpleegkundige in opleiding tot specialist.
1.3.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend tot en met 24 november 2024.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging, als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de duur van twaalf maanden te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene merkt op dat hij concludeert dat het beter met hem gaat. Sinds mei 2024 heeft hij geen last meer van psychotische klachten. Hij komt nu meer aan slapen toe en daarnaast sport hij, daardoor functioneert hij ook beter op zijn werk. Wel is er nog sprake van - beperkt - middelengebruik, dit betreft blowen. Ook onderhoud hij consequent contact met de VIP zorgverlening. Niettemin begrijpt hij de aanleiding voor de aanvraag van een zorgmachtiging. Wel hoopt hij dat, indien de rechtbank het verzoek toewijst, de zorgmachtiging niet voor twaalf maanden maar voor de duur van maximaal zes maanden zal worden verleend.
4.2.
De psychiater brengt naar voren dat de behandeling van betrokkene de laatste tijd voorspoedig verloopt. Betrokkene gebruikt consequent de hem voorgeschreven medicatie en ook in overig opzicht komt hij de zorg/behandelafspraken na. Wel acht zij voortgezette verplichte zorg nog steeds noodzakelijk. In dat verband wijst zij er in de eerste plaats op dat het herstel in het toestandsbeeld van betrokkene nog pril is. Bovendien zal er een aanpassing plaats vinden naar medicatie in orale vorm, die minder krachtig is. Het effect van die medicatie zal daarom verder gemonitord dienen te worden. Daarnaast behoeft de interactie tussen betrokkene en zijn vader, die soms problematisch verloopt, nog de nodige aandacht. Zij staat daarom achter het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging. Wel kan zij ermee instemmen indien deze voor beperktere duur, te weten 9 maanden, wordt verleend.
4.3.
De verpleegkundige sluit zich aan bij hetgeen door de psychiater naar voren is gebracht.
4.4.
De advocaat van betrokkene wijst erop dat het voor zijn cliënt van belang is dat hij een stip aan de horizon geboden krijgt. In dat verband verwijst hij naar de opmerking van zijn cliënt, waaruit blijkt dat hij hoopt dat, als de zorgmachtiging wordt verleend dit voor zes maanden, althans voor een kortere periode dan twaalf maanden zal zijn. Hij onderschrijft het standpunt van zijn cliënt.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de inhoud van de stukken en het besprokene tijdens de mondelinge behandeling genoegzaam vaststaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis en een verslavingsstoornis.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.5.
Bij betrokkene is sprake van gering ziekte-inzicht, wat maakt dat bij hem nog onvoldoende intrinsieke motivatie aanwezig is om aan de voorgeschreven zorg en behandeling mee te werken, indien die in een vrijwillig kader wordt geboden. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.6.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid
alleen in geval van opname;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie
alleen in geval van terugval in een psychose.
De rechtbank zal de overige verzochte zorgvormen afwijzen, nu niet is gebleken dat deze vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een zorgmachtiging verlenen, zij het dat aanleiding wordt gezien in het standpunt van betrokkene en zijn advocaat en de daarop gegeven toelichting van de psychiater, om de zorgmachtiging in duur te beperken tot een periode van negen maanden.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1999 in [geboorteplaats],
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 5.6 kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 7 augustus 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2024 door mr Pulskens, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 14 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.