ECLI:NL:RBZWB:2024:7792

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
14 november 2024
Zaaknummer
C/02/426864 / KG ZA 24-467(E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Van der Weide
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstrekking van contact- en toegangsverbod aan gedaagde door de Gemeente Breda in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2024 een vonnis uitgesproken in een kort geding tussen de Gemeente Breda als eiseres en een niet verschenen gedaagde. De procedure begon met een dagvaarding op 14 oktober 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 29 oktober 2024. Tijdens deze behandeling werd de gedaagde niet gehoord, wat leidde tot een verstekvonnis. De gedaagde had op 14 oktober 2024 een wrakingsverzoek ingediend, maar dit werd op 14 november 2024 door de wrakingskamer ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang en dat de gevorderde ge- en verboden van de Gemeente Breda, die onder andere betrekking hadden op smadelijke en lasterlijke uitlatingen van de gedaagde, niet onrechtmatig of ongegrond waren. De rechter beperkte de duur van de ge- en verboden tot twee jaar en gaf de gedaagde een termijn van één maand om bepaalde uitlatingen van het internet te verwijderen. Tevens werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van proceskosten, die in totaal € 1.693,99 bedroegen.

Het vonnis bevatte verschillende bepalingen, waaronder een verbod voor de gedaagde om contact op te nemen met de Gemeente Breda en haar medewerkers, en een verbod op toegang tot gemeentelijke instellingen zonder toestemming. De rechter legde ook een dwangsom op voor elke overtreding van de opgelegde verboden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Van der Weide op 14 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/426864 / KG ZA 24-467
Vonnis in kort geding van 14 november 2024
in de zaak van
GEMEENTE BREDA,
te Breda,
eiseres,
advocaat: mr. B.J.P.G. Roozendaal,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 14 oktober 2024, met producties genummerd 1 tot en met 59,
- de akte houdende verandering van eis,
- de mondelinge behandeling van 29 oktober 2024, waarbij de voorzieningenrechter op de akte houdende verandering van eis afwijzend heeft beslist omdat gedaagde niet is verschenen en deze akte niet aan hem is betekend,
- het tijdens de mondelinge behandeling tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op 28 oktober 2024.
1.3
Op 14 oktober 2024 om 04.14 uur heeft gedaagde de voorzieningenrechter gewraakt hetgeen de voorzieningenrechter eerst na de zitting is gebleken. Op 14 november heeft de wrakingskamer het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond verklaard en is bepaald dat de zaak zal worden voortgezet in de stand waarin die zich bevond ten tijde van de schorsing wegens indiening van het wrakingsverzoek.

2.De beoordeling

2.1.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak.
2.2.
Ter mondelinge behandeling heeft eiseres de door haar onder (i) gevorderde verklaring voor recht ingetrokken, zodat hierop niet hoeft te worden beslist.
2.3.
De door eiseres gevorderde ge- en verboden onder (ii), (iv) en (v) kunnen in verband met de disproportionaliteit daarvan niet onbeperkt in tijd voortduren. De voorzieningenrechter zal deze daarom beperken tot de duur van twee jaar.
2.4.
Het gevorderde gebod om alle smadelijke, lasterlijke, beledigende en/of bedreigende uitlatingen van het internet en social media te verwijderen is naar het oordeel van de voorzieningenrechter te ruim geformuleerd. Dit gebod zal worden beperkt tot alle smadelijke, lasterlijke, beledigende en/of bedreigende uitlatingen die gedaagde heeft gedaan over eiseres en/of daar werkzame ambtenaren of medewerkers of voormalig ambtenaren of medewerkers. Daarnaast zal een termijn van één maand na betekening worden gegund, om zo gedaagde daadwerkelijk in de gelegenheid te stellen deze uitlatingen te verwijderen.
2.5.
De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd zoals hierna in de beslissing is vermeld.
2.6.
Het gevorderde komt de rechtbank overigens niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen zoals hierna in de beslissing is vermeld.
2.7.
Gedaagde is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) aan de zijde van eiseres betalen. De proceskosten van eiseres worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
112,99
- griffierecht
688,00
- salaris advocaat
715,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.693,99

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
gebiedt gedaagde zich gedurende twee (2) jaar vanaf de betekening van dit vonnis te onthouden van smadelijke, lasterlijke, beledigende en/of bedreigende uitlatingen over ((voormalig) medewerkers van) eiseres op het internet (waaronder uitdrukkelijk begrepen LinkedIn)
,
3.2.
gebiedt gedaagde om binnen één maand na betekening van dit vonnis alle smadelijke, lasterlijke, beledigende en/of bedreigende uitlatingen die hij heeft gedaan over eiseres en/of daar werkzame ambtenaren of medewerkers of voormalig ambtenaren of medewerkers, van het internet en social media te verwijderen,
3.3.
verbiedt gedaagde om gedurende twee (2) jaar na betekening van dit vonnis op enigerlei wijze contact op te nemen met eiseres en/of daar werkzame ambtenaren of medewerkers of voormalig ambtenaren of medewerkers, dit met uitzondering van uitsluitend functionele contacten met eiseres op basis van het inwonerschap van gedaagde in de gemeente Breda in welke functionele contacten het voor gedaagde verboden is om bedreigende of beledigende uitlatingen te doen, naar of over (voormalig) ambtenaren en medewerkers van eiseres,
3.4.
verbiedt gedaagde gedurende twee (2) jaar de toegang tot alle gemeentelijke instellingen en gebouwen van eiseres, tenzij gedaagde toestemming heeft gekregen van eiseres om op afspraak de gemeentelijke instellingen en gebouwen te betreden,
3.5.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere overtreding, of dag dat de overtreding voortduurt, van de hiervoor in 3.1., 3.2., 3.3. en 3.4. genoemde ge- en verboden, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
3.6.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten van € 1.693,99, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als gedaagde niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.7.
veroordeelt gedaagde tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
3.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Weide en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2024.