Ter onderbouwing van zijn verzoek voert [de werknemer] aan dat er sprake is van omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. [de werknemer] heeft aanvankelijk met veel toewijding en plezier in de [locatie 1] gewerkt. Door alle gebeurtenissen rondom de strafzaak en het handelen en nalaten van DJI daarbij, heeft [de werknemer] vanaf 24 februari 2020 jarenlang steeds verder oplopende stress ervaren. Dat had zijn weerslag op zijn fysieke en mentale gezondheid. Zijn diabetes werd erger en hij kreeg te kampen met neerslachtigheid en een algeheel gevoel van ziek zijn. De strafzaak, zijn ziekte en het arbeidsconflict heeft ook grote impact gehad op zijn gezin met twee jonge kinderen.
DJI heeft haar zorgplicht tegenover [de werknemer] geschonden. Medewerkers van een PI worden blootgesteld aan fysiek gevaar en juridische risico’s. DJI zou zich daarin beschermend moeten opstellen tegenover haar personeel. Dat heeft zij tegenover [de werknemer] niet gedaan, in tegendeel.
Het slecht werkgeverschap van DJI is voor een groot deel de oorzaak dat de strafzaak tegen [de werknemer] aanvankelijk zo slecht verliep, met het stuklopen van de arbeidsverhouding als bijkomend gevolg. DJI heeft in 2020 geen aangifte gedaan tegen de gedetineerde en heeft daarmee niet gehandeld conform het aangiftebeleid. Ook heeft zij aanvankelijk het verzoek om rechtsbijstand geweigerd. Verder is er geen nazorg verleend aan [de werknemer] of heeft DJI ook maar enig oog gehad voor zijn welzijn tijdens en na het strafproces. DJI heeft [de werknemer] in de kou laten staan, zelfs met arbeidsongeschikt tot gevolg. Jarenlang hing de strafzaak boven het hoofd van [de werknemer] . Hij kon er niet meer op vertrouwen dat DJI hem zou helpen bij calamiteiten.
Kort na het voorval heeft DJI zich onvoldoende ingespannen om de nodige feiten en getuigen boven tafel te krijgen. Kennelijk hadden zich op 25 februari 2020, de dag na het voorval, vier gedetineerden gemeld bij de personeelswacht die wilden getuigen in het voordeel van [de werknemer] . DJI heeft nagelaten deze getuigen te (laten) horen. In plaats daarvan verschuilt DJI zich achter het onderzoek door Bureau Integriteit en heeft zij [de werknemer] jarenlang laten geloven dat die getuigenverklaringen er wel waren. Pas veel later bleek dit niet het geval te zijn. Met als gevolg dat [de werknemer] in de strafzaak met lege handen stond en de strafzaak enorme vertraging opliep doordat de politierechter nadere onderzoek gelaste. Ook nadat de strafzaak was aangehouden voor onderzoek bleek er helemaal geen nader (getuigen)onderzoek te hebben plaatsgevonden, waarna [de werknemer] uiteindelijk onterecht door de politierechter werd veroordeeld.
Daarnaast waren bij de [locatie 1] allerlei belangrijke veiligheidsprocedures niet op orde, waar [de werknemer] in de uitoefening van zijn werk mee werd geconfronteerd. [de werknemer] heeft hierover meermaals tevergeefs aan de bel getrokken. Zo werd van [de werknemer] geëist dat hij als groepscommandant van het IBT werkte met ongetraind personeel. Daar voelde [de werknemer] zich niet fijn bij. Als eindverantwoordelijke wilde [de werknemer] die verantwoordelijkheid niet dragen, te meer omdat er al een strafzaak tegen hem liep in verband met toepassing van geweld.
Ook was er geen geweldsinstructie voor handen, was er geen RI&E vastgesteld, had DJI haar ziekteverzuimbeleid niet op orde en was er geen degelijk cameratoezicht aanwezig in de [locatie 1] . Al in een inspectierapport van het Ministerie van Justitie en Veiligheid uit 2011 wordt op het gebrek aan camera’s in de [locatie 1] gewezen. Pas in 2024 is een goed doordacht cameraplan in de [locatie 1] in werking getreden,. Als er in 2020 wel camerabeelden waren geweest, was het waarschijnlijk meteen duidelijk geweest dat er geen sprake was van verwijtbaar strafrechtelijk handelen door [de werknemer] en was het niet eens tot een strafzaak gekomen.
Tot slot is [de werknemer] de kans ontnomen om tegen een hoger salaris te gaan werken als senior penitentiair inrichtingswerker. [de werknemer] zou voor onbepaalde tijd worden gepromoveerd tot senior piw’er als hij de daarvoor vereiste opleiding zou halen. [de werknemer] behaalde het benodigde diploma en zijn functioneren was ook naar behoren, zoals onder meer blijkt uit het gespreksverslag van het gesprek op 24 maart 2022. Pas nadat hij vanaf juli 2022 een nieuwe leidinggevende kreeg, werd zijn functioneren ineens in twijfel getrokken. Dit leidde tot een verstoring van de arbeidsverhouding en een inbreuk op zijn werkplezier.