Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de brief van mr. Keizer van 1 november 2023, met productie 15 van de zijde
van [eiser] ;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 3 november 2023;
- de brief van mr. Berkhof van 8 februari 2024, met producties 11 tot en met 15
van de zijde van [gedaagden] ;
- de brief van mr. Berkhof van 16 februari 2024, met productie 16 van de zijde
van [gedaagden] ;
- het proces-verbaal van getuigenverhoor (contra-enquête) van 16 mei 2024.
2.2. De nadere beoordeling
2.3 In het tussenvonnis van 7 juni 2023 is overwogen dat de door partijen ingebrachte schriftelijke getuigenverklaringen (deels) lijnrecht tegenover elkaar stonden. Daarnaast was niet duidelijk of deze getuigen allen over de ophoging van hetzelfde (in geschil zijnde) deel van het achtererf verklaarden. Ook was niet van alle verklaringen duidelijk op welke periode zij betrekking hadden. Om die reden boden de overgelegde verklaringen onvoldoende uitsluitsel over de door [eiser] gestelde onrechtmatige gedraging van [gedaagden] .
2.6 Aan de zijde van [eiser] is de getuige [naam 1] aan te merken als degene die het verst op afstand staat van [eiser] . [naam 1] heeft – kort gezegd – verklaard dat [gedaagden] rond 2007/2008 de volgende werkzaamheden heeft verricht aan de achterzijde van het perceel [adres 1] . Ten eerste het plaatsen van een schutting tegen en in het verlengde van de schutting van [naam 1] langs het achter de percelen [adres 3] , [adres 1] en [adres 2] gelegen weggetje. Ten tweede het ophogen van de oprit naar de garage, waardoor die garage niet meer met een auto te bereiken was. En ten derde het ophogen van de tuin achter de voormalige tuinpoort die tot dat moment haaks op de garage geplaatst was geweest. Ook heeft [naam 1] verklaard dat zij stenen, die zij over had van een eigen verbouwing, aan [gedaagden] heeft verkocht en dat [gedaagden] die stenen heeft gebruikt voor het maken van een nieuw trapje tussen het terras achter zijn woning en de iets lager gelegen tuin en voor de muur langs de straatzijde waar de schutting op is geplaatst.
[gedaagde 1] , Van [getuige 1] en [naam 2] .
135,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)