ECLI:NL:RBZWB:2024:7845

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
15 november 2024
Zaaknummer
11061756 \ CV EXPL 24-1323 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Akdikan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbetaalde factuur tandarts en geschonden zorgregelingen

In deze civiele zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 november 2024, staat de eisende partij Infomedics B.V., als rechtsopvolger van Infomedics Factoring B.V., tegenover een gedaagde partij die in persoon procedeert. De zaak betreft een onbetaalde factuur van een tandarts, waarbij de gedaagde, na behandeling op 1 maart 2023, een factuur van € 697,87 ontving, die niet door haar zorgverzekeraar VGZ werd vergoed. De gedaagde heeft de factuur betwist en stelt dat zij slechts een eigen bijdrage van 10% zou moeten betalen van een bedrag tussen de € 500,00 en € 600,00. Infomedics vordert betaling van € 604,63, maar de kantonrechter oordeelt dat de gedaagde slechts € 69,87 hoeft te betalen, omdat de zorgaanbieder niet heeft voldaan aan de informatieverplichtingen volgens de Regeling mondzorg en de Regeling transparantie zorgaanbieders. De kantonrechter wijst de vordering van Infomedics tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten af, omdat de gedaagde tijdig heeft betaald. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de datum van het vonnis, en de proceskosten komen voor rekening van Infomedics, die grotendeels ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Bergen op Zoom
Zaaknummer: 11061756 \ CV EXPL 24-1323
Vonnis van 13 november 2024
in de zaak van
Infomedics B.V., als rechtsopvolger van Infomedics Factoring B.V. , m.h.o.d.n. Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA,
gevestigd in Almere ,
eisende partij,
gemachtigde: YARDS Deurwaardersdiensten bv,
tegen
[gedaagde],
wonend in [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- dagvaarding;
- conclusie van antwoord;
- conclusie van repliek;
- conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Wat is er gebeurd?

2.1.
Op 1 maart 2023 is [gedaagde] behandeld door [tandtechnisch laboratorium] . Op 22 maart 2023 heeft [gedaagde] een factuur voor deze behandeling ontvangen van Infomedics van € 697,87. VGZ, de zorgverzekeraar van [gedaagde] , heeft niets van deze factuur vergoed. Nadat [gedaagde] contact heeft gehad met [tandtechnisch laboratorium] , is de factuur van 22 maart 2023 komen te vervallen.
2.2.
Op 26 juli 2023 heeft [gedaagde] een factuur ontvangen van Infomedics van € 1.314,41. Van dit bedrag is € 709,78 euro vergoed door VGZ, wat betekent dat een bedrag resteert van € 604,63. Op diezelfde datum heeft [gedaagde] aan Infomedics laten weten het niet eens te zijn met deze factuur. Op 28 juli 2023 heeft [gedaagde] via WhatsApp ook aan [tandtechnisch laboratorium] laten weten het bedrag van € 604,63 niet te gaan betalen. Op 29 juli 2023 heeft [gedaagde] een e-mail ontvangen van Infomedics waarin staat dat [tandtechnisch laboratorium] het bezwaar heeft afgewezen met als reden:
‘De faktuur valt hoog uit in verband met niet gecontracteerde zorg. De eigen bijdrage bij gecontracteerde zorg zou zijn Euro 169,65. Als mevrouw dit bedrag voldaan heeft zal het restant door ons worden gestopt’.
2.3.
Op 1 augustus 2023 heeft [gedaagde] een berekening ontvangen van [tandtechnisch laboratorium] waarin staat dat de kosten in totaal € 2.394,40 zijn, waarvan € 2.224,75 wordt vergoed door VGZ in het geval de zorg is gecontracteerd. Een bedrag van € 169,65 resteert dan.
2.4.
Op 8 september 2023 heeft [gedaagde] € 69,87 betaald aan Infomedics . Op 12 september 2023 is dit bedrag teruggestort door Infomedics .

3.Wat vinden partijen?

3.1.
Infomedics vindt dat [gedaagde] de factuur van 26 juli 2023 en dus het bedrag van € 604,63 moet betalen. Op 1 maart 2023 is [gedaagde] namelijk behandeld door [tandtechnisch laboratorium] . [tandtechnisch laboratorium] heeft tegen [gedaagde] gezegd dat zij zelf bij VGZ moet navragen wat de hoogte van de eigen bijdrage is. Verder blijft [gedaagde] ongeacht de vergoeding van VGZ verplicht de factuur te betalen.
3.2.
[gedaagde] vindt dat zij maximaal 10 procent hoeft te betalen van de factuur van 22 maart 2023, die € 697,87 bedraagt. [tandtechnisch laboratorium] heeft haar verteld dat de behandeling € 500,00 tot € 600,00 zou kosten, waarvan zij 10 procent zelf zou moeten betalen. Uiteindelijk ontvangt [gedaagde] voor dezelfde behandeling een factuur van € 697,87, een factuur van € 1.314,41 en een berekening van € 2.394,40. Het is haar niet duidelijk waarom deze bedragen zo van elkaar verschillen.

4.Wat is het oordeel van de kantonrechter?

[gedaagde] moet € 69,87 betalen
4.1.
Tussen [gedaagde] en [tandtechnisch laboratorium] is een behandelingsovereenkomst tot stand gekomen. [1] Op 1 maart 2023 is [gedaagde] behandeld door [tandtechnisch laboratorium] . Daarom moet er voor deze behandeling worden betaald. [2] Punt van discussie is welk bedrag moet worden betaald.
4.2.
Volgens de Regeling mondzorg moet [tandtechnisch laboratorium] bij een behandeling van meer dan € 250,00 vóór de behandeling schriftelijk of digitaal een vrijblijvende prijsopgave geven aan de patiënt. De prijsopgave moet [tandtechnisch laboratorium] vervolgens vastleggen in de administratie, ook als met de patiënt is afgesproken dat de prijsopgave mondeling gebeurt. [3] Volgens de Regeling transparantie zorgaanbieders moet [tandtechnisch laboratorium] een patiënt ook informeren over het wel of niet hebben van een contract met de zorgverzekeraar van de patiënt. [4] Deze informatie is voor een patiënt van belang om een weloverwogen keuze te maken om te worden behandeld.
4.3.
[tandtechnisch laboratorium] heeft in strijd gehandeld met de Regeling mondzorg gelet op het volgende. In deze zaak gaat het om een behandeling van meer dan € 250,00, volgens Infomedics in totaal € 1.314,41 en [tandtechnisch laboratorium] berekent zelfs een bedrag van € 2.394,40 voor de behandeling. Niet is gesteld en ook is niet gebleken dat [gedaagde] vóór de behandeling schriftelijk of digitaal een vrijblijvende prijsopgave heeft ontvangen van [tandtechnisch laboratorium] . Ook is niet gebleken dat er met [gedaagde] een afspraak is gemaakt over het mondeling verstrekken van zo’n prijsopgave. Bovendien, zelfs als deze afspraak er wel zou zijn geweest, is niet gebleken dat deze in de administratie is vastgelegd. Daarom is het niet relevant of er mondeling een bedrag is genoemd en welk bedrag dat dan zou zijn geweest.
4.4.
[tandtechnisch laboratorium] heeft daarnaast in strijd gehandeld met de Regeling transparantie zorgaanbieders. [tandtechnisch laboratorium] heeft namelijk onjuiste informatie gegeven aan [gedaagde] over het wel of niet hebben van een contract met VGZ. Uit de stukken blijkt dat [tandtechnisch laboratorium] dacht een gecontracteerde zorgverlener van VGZ te zijn, terwijl dit achteraf, na de behandeling van [gedaagde] , niet zo bleek te zijn. Door deze verkeerde informatie heeft [gedaagde] niet weloverwogen de keuze kunnen maken om zich wel of niet te laten behandelen (door [tandtechnisch laboratorium] ). Het hebben van een contract met VGZ heeft namelijk invloed op de eigen bijdrage van [gedaagde] .
4.5.
De kantonrechter kan verder niet vaststellen wat de kosten van de behandeling van 1 maart 2023 zijn. Infomedics stelt dat de kosten van de behandeling € 1.314,41 zijn. Zij onderbouwt dat alleen met de factuur van 26 juli 2023. [gedaagde] betwist het laatstgenoemde bedrag en voert aan dat de behandeling tussen de € 500,00 en € 600,00 zou kosten. [gedaagde] onderbouwt haar betwisting met de eerste factuur die zij heeft ontvangen, de factuur van 22 maart 2023. Deze factuur bedraagt € 697,87 en ligt dus dichter bij € 500,00 tot € 600,00 dan bij de factuur van 26 juli 2023, die € 1.314,41 bedraagt. Infomedics heeft geen verklaring gegeven voor de afwijkende bedragen van de eerder door haar gestuurde factuur en de later door [tandtechnisch laboratorium] gestuurde berekening. Infomedics geeft slechts aan dat het bedrag op de factuur altijd hetzelfde is gebleven, wat feitelijk niet juist is gezien de door [gedaagde] overgelegde factuur van 22 maart 2023 van € 697,87. Wat betreft de berekening geeft Infomedics aan dat deze haar niet bekend is. Dat betekent nog niet dat deze berekening niet is gemaakt en niet met [gedaagde] is gedeeld. Infomedics had hierover overigens navraag kunnen doen bij [tandtechnisch laboratorium] . Dat heeft zij niet gedaan. Infomedics heeft bovendien niet gesteld dat de in rekening gebrachte kosten van de aan [gedaagde] gegeven behandeling redelijk zijn. [5] Daarom blijft onduidelijk wat de behandeling van 1 maart 2023 heeft gekost.
4.6.
De kantonrechter kan daarnaast niet vaststellen welke eigen bijdrage met [gedaagde] is besproken. Infomedics stelt dat een eigen bijdrage van € 169,00 met [gedaagde] is besproken en [gedaagde] dit bedrag mogelijk als € 60,00 heeft opgevat. Volgens Infomedics blijkt de eigen bijdrage uit een check in ZorgSom. [gedaagde] betwist dat en voert aan dat een eigen bijdrage van 10 procent van € 500,00 tot € 600,00 is besproken. Zij verwijst ook op dit punt naar de eerste factuur die zij heeft ontvangen, de factuur van 23 maart 2023 van € 697,87. Infomedics heeft de check van ZorgSom niet overgelegd. De kantonrechter kan dus niet vaststellen of een eigen bijdrage van € 169,00 uit deze check naar voren is gekomen. Bovendien, zelfs als deze check wél was overgelegd, is alleen deze check onvoldoende om vast te kunnen stellen dat vóór de behandeling een eigen bijdrage van € 169,00 met [gedaagde] is besproken. Dat kan daar namelijk niet uit worden afgeleid. Weliswaar volgt de eigen bijdrage van € 169,00 uit de berekening van [tandtechnisch laboratorium] , maar Infomedics geeft aan niet bekend te zijn met deze berekening en deze is pas na de behandeling aan [gedaagde] verstrekt. De berekening van [tandtechnisch laboratorium] kan dan ook geen onderbouwing zijn van de stelling dat vóór de behandeling een eigen bijdrage van € 169,00 met [gedaagde] is besproken.
4.7.
De conclusie is dat [tandtechnisch laboratorium] verschillende informatieverplichtingen heeft geschonden, en niet kan worden vastgesteld wat de behandeling heeft gekost en welke eigen bijdrage is besproken. Ook is dus niet vast komen te staan dat met [gedaagde] is besproken dat zij een bedrag € 604,63 of een ander bedrag in deze orde van grootte zou moeten betalen. [gedaagde] is ervan uitgegaan dat de behandeling € 500,00 tot € 600,00 zou kosten, waarvan zij 10 procent zelf zou moeten betalen. De eerste factuur die zij heeft ontvangen, bedraagt € 697,87. Om die reden is [gedaagde] bereid geweest om € 69,87 te betalen, het bedrag dat zij ook eerder aan Infomedics heeft betaald en door Infomedics is teruggestort. [gedaagde] wordt daarom veroordeeld tot het betalen van € 69,87.
Vergoeding van de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen
4.8.
Infomedics vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter wijst deze vordering af. [gedaagde] heeft op 8 september 2023 al het bedrag van 69,87 euro betaald, dat Infomedics vervolgens zelf heeft teruggestort. De eerste schriftelijke herinnering is van 7 september 2023. [gedaagde] heeft dus binnen veertien dagen betaald.
Wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de datum van het vonnis
4.9.
Infomedics vordert wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de factuur, zijnde 25 augustus 2023. De kantonrechter wijst de wettelijke rente toe vanaf de datum van het vonnis. Gelet op wat de kanontrechter hiervoor heeft overwogen, is namelijk niet komen vast te staan dat [gedaagde] in verzuim is geweest tot de datum van het vonnis.
Proceskosten komen voor rekening van Infomedics
4.10.
Infomedics heeft grotendeels ongelijk gekregen. Infomedics moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op € 0,00.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 69,87, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 november 2024 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Infomedics in de proceskosten van € 0,00,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Akdikan en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2024.

Voetnoten

1.Artikel 7:446 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 7:461 BW.
3.Artikel 6 lid 1 Regeling mondzorg – NR/REG-2305a.
4.Toelichting op artikel 4 lid 1 en 5 Regeling transparantie zorgaanbieders – TH/NR-018.
5.Artikel 7:405 lid 2 BW.