ECLI:NL:RBZWB:2024:7847

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 oktober 2024
Publicatiedatum
15 november 2024
Zaaknummer
11072781 CV EXPL 24-2180 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Karsten-Badal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van tandartsrekening na ontevredenheid over behandeling

In deze zaak vordert de besloten vennootschap Infomedics B.V. betaling van een bedrag van € 5.382,80 van de gedaagde, die ontevreden is over de tandheelkundige behandeling die hij heeft ondergaan. De gedaagde heeft een behandeling ondergaan bij een tandarts, waarvoor hij een bedrag van € 4.674,00 verschuldigd is. Infomedics heeft de vordering op de gedaagde overgenomen van de tandarts en heeft geprobeerd het openstaande bedrag te innen. De gedaagde erkent de behandelingen, maar betwist de verschuldigdheid van het bedrag vanwege onvrede over het resultaat van de behandeling en aanhoudende pijn. De kantonrechter oordeelt dat de tandarts zich als goed hulpverlener heeft gedragen en dat de gedaagde in beginsel loon verschuldigd is voor de verleende zorg. De vordering van Infomedics wordt toegewezen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten, die in totaal € 1.450,54 bedragen. Het vonnis is uitgesproken op 23 oktober 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11072781 \ CV EXPL 24-2180
Vonnis van 23 oktober 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap INFOMEDICS B.V.m.h.o.d.n.
INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICESen
INFOMEDICS DFA,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders B.V. te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonadres] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 mei 2024 met de daarin genoemde stukken;
- de akte met producties van Infomedics, ontvangen op 9 augustus 2024;
- de mondelinge behandeling van 30 augustus 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

Tussen partijen staat het volgende vast:
- [tandarts] te [plaats] heeft op 26 april 2023 een begroting gemaakt voor een geneeskundige behandeling aan het gebit van [gedaagde] . Onder de werkzaamheden viel het trekken van twee kiezen. Het totaalbedrag op de begroting is € 4.586,25;
- [tandarts] heeft op 6 juli 2023 en 14 juli 2023 geneeskundige behandelingen aan het gebit van [gedaagde] verzorgd op basis van de eerder gemaakte begroting. Hiervoor is [gedaagde] een bedrag van € 4.674,00 verschuldigd;
- op grond van een overeenkomst tussen Infomedics en [tandarts] (en [gedaagde] ) is de vordering op [gedaagde] verkocht en geleverd aan Infomedics. Infomedics heeft getracht het openstaande bedrag te innen bij [gedaagde] . [gedaagde] heeft dit bedrag onbetaald gelaten;
- uit de patiëntenstatus en historie van [gedaagde] volgt dat [tandarts] (kosteloos) nazorg heeft geleverd.

3.Het geschil

3.1.
Infomedics vordert betaling van een bedrag van € 5.382,80, te vermeerderen met de wettelijke rente over het bedrag van € 4.674,00 tot het gehele bedrag is betaald, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Infomedics stelt dat [tandarts] meerdere medische behandelingen heeft verricht aan het gebit van [gedaagde] . [tandarts] heeft de vordering op [gedaagde] op grond van de tussen hen (en Infomedics) gesloten overeenkomst verkocht aan Infomedics, zodat zij gerechtigd is het bedrag te innen. [gedaagde] heeft nagelaten het bedrag op tijd aan Infomedics te voldoen, zodat hij rente en kosten verschuldigd is geworden. Op het verweer van [gedaagde] voert Infomedics aan dat uit het behandelplan volgt dat beide kiezen moesten worden getrokken en dat heeft de desbetreffende tandarts ook gedaan. Kort na de eerste behandelingen is de prothese opnieuw afgesteld naar aanleiding van klachten van [gedaagde] . Daarna is lange tijd niets meer van hem vernomen. Pas toen de factuur werd verzonden is hij weer gaan klagen, onder andere over kleurverschil. Ook is [gedaagde] een maand voor de mondelinge behandeling nog in de praktijk geweest en toen heeft hij niet geklaagd.
3.3.
[gedaagde] erkent de behandelingen te hebben ondergaan. Hij is ontevreden over het resultaat en heeft nog steeds pijn, zodat hij het gevorderde bedrag niet wil betalen. Door het handelen van de tandarts van [tandarts] bij de eerste behandeling is een andere kies beschadigd geraakt, zodat die op een later moment ook moest worden getrokken. Die tandarts bleek later ook ontslagen te zijn. Daarna is hem een kliksysteem geadviseerd, maar dat systeem zorgt ervoor dat er eten onder zijn tandprothese komt en er lucht tussen komt. Bovendien is het lastig om de tandprothese uit zijn mond te halen. Tot slot is hij niet tevreden over de kleur, terwijl daar juist over gesproken is bij het uitzoeken van de prothese. De tandarts wil, nu niet wordt betaald, geen werkzaamheden meer verrichten. [gedaagde] gaat dan ook een klacht indienen.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen staat vast dat [tandarts] een geneeskundige behandeling, zoals bedoeld in artikel 7:446 van het Burgerlijk Wetboek (BW), heeft verricht aan het gebit van [gedaagde] . Uit artikel 7:461 BW volgt dat [gedaagde] in dat geval loon verschuldigd is. Dit betekent dat het uitgangspunt is dat [gedaagde] het gevorderde bedrag dient te voldoen.
4.2.
Daarbij is van belang dat van [tandarts] werd verwacht dat zij zich als goed hulpverlener zou opstellen, zoals bedoeld in artikel 7:453 lid 1 BW. Dit betekent dat [tandarts] zich zo goed mogelijk moest inspannen voor [gedaagde] . Het is geen resultaatverbintenis. Uit de overgelegde stukken volgt dat een begroting is voorgelegd aan [gedaagde] , dat hij daarmee akkoord is gegaan, de behandeling is uitgevoerd volgens die begroting en dat er meerdere malen (kosteloos) nazorg heeft plaatsgevonden. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [tandarts] dan ook aan haar verplichtingen voldaan.
4.3.
De gevorderde hoofdsom van 4.674,00 is toewijsbaar.
4.4.
Infomedics vordert vervolgens vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Infomedics heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW (productie 2 bij de dagvaarding). De hoogte van de gevorderde vergoeding komt overeen met de daarvoor geldende tarieven, zodat het gevorderde bedrag van € 592,40 wordt toegewezen.
4.5.
De gevorderde wettelijke rente vloeit voort uit de wet (artikel 6:119 BW). Ook dit deel van de vordering is toewijsbaar.
4.6.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Infomedics worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
524,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.450,54

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 5.382,80, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 4.674,00, met ingang van 22 maart 2024 tot de dag van de volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.450,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Karsten-Badal en in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2024.