ECLI:NL:RBZWB:2024:7908
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- M. Haerkens-Wouters
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening voor uitsluitend gebruik van de echtelijke woning in het kader van echtscheiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure betreffende een voorlopige voorziening. De vrouw verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, gelegen aan [het adres] te [woonplaats], bij uitsluiting van de man. De rechtbank heeft de belangen van beide partijen afgewogen en vastgesteld dat de vrouw een groter belang heeft bij het uitsluitend gebruik van de woning dan de man bij het voortduren van het gezamenlijk gebruik. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vrouw, gezien de oplopende spanningen en haar medische klachten, niet langer samen met de man in de woning kan blijven. De man is opgedragen de woning uiterlijk op 26 november 2024 te verlaten. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er geen gewoon rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing, en dat cassatie in het belang der wet mogelijk is. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door de rechter en de griffier.