De vrouw erkent dat de man de door hem gevorderde bedragen heeft voldaan en
dat zij niet heeft bijgedragen aan zowel de aankoopkosten als aan de rente en aflossingen
van de hypothecaire geldlening vanaf september 2020 tot en met januari 2023. Volgens de
vrouw was zij hiertoe ook niet gehouden.
Ten eerste was zij vanaf september 2020 werkloos en zijn partijen toen overeengekomen dat
de man alle hypothecaire kosten zou voldoen. Zij is toen met het bijdragen in de lasten
gestopt. Toen zij in september 2021 weer werk kreeg en de relatie van partijen op zijn einde
liep heeft de man er stilzwijgend mee ingestemd dat zij haar inkomsten geheel mocht
behouden om te sparen. Tot de aanvang van onderhavige procedure is dit nooit een punt van
discussie geweest.
Ten tweede stelt de vrouw zich op het standpunt dat de man zich vanuit Zuid-Afrika eerder
dan zij in Nederland heeft gevestigd. Gedurende de periode dat zij met [minderjarige] nog in Zuid-
Afrika verbleef heeft zij alle kosten van [minderjarige] voor haar rekening genomen terwijl de man
niets bijdroeg. Bij haar vertrek uit Zuid-Afrika naar Nederland heeft de vrouw alles daar
opgegeven. Toen zij zich in Nederland vestigde is er nooit gesproken over een aandeel van
haar in de aankoopkosten van de woning.
Tot slot stelt de vrouw dat zij op andere wijze dan financieel heeft bijgedragen namelijk
door het runnen van de huishouding en de nagenoeg fulltime zorg van [minderjarige] omdat de man
een drukke baan had.