ECLI:NL:RBZWB:2024:8097

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
|C/02/428734 / FA RK 24-5319
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Toekoen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken in een familiezakenprocedure

Op 28 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken tussen een vrouw en een man, die beiden ouderlijk gezag uitoefenen over hun minderjarige kind, geboren in 2008. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.B.J. Dekker, verzocht de rechtbank om te bepalen dat hun kind, hierna [de minderjarige], en de man naar eigen initiatief contact met elkaar kunnen hebben, zonder dat [de minderjarige] bij de man hoeft te slapen. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.P.J. Brouwers, voerde verweer en deed een zelfstandig verzoek om de bestaande zorg- en contactregeling te wijzigen, zodat [de minderjarige] minimaal één dagdeel in het weekend bij hem zou zijn.

De rechtbank heeft de verzoeken op 14 november 2024 mondeling behandeld, waarbij partijen aanwezig waren, en [de minderjarige] is gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen, in overeenstemming met de wensen van [de minderjarige], tot een regeling zijn gekomen die de zorg- en contactregeling betreft. De Raad voor de Kinderbescherming heeft de regeling ondersteund en geadviseerd dat de man ook actief moet bijdragen aan de omgangscontacten.

De rechtbank heeft de bestaande beschikking van 27 juni 2023 gewijzigd en bepaald dat de man en [de minderjarige] contact met elkaar kunnen hebben volgens de nieuwe regeling, die als minimumregeling geldt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze onmiddellijk moet worden nageleefd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Toekoen, met griffier Van Dongen aanwezig.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
Zaaknummer: C/02/428734 / FA RK 24-5319
datum uitspraak: 28 november 2024
beschikking betreffende wijziging verdeling zorg- en opvoedingstaken
in de zaak van
[de vrouw], hierna te noemen: de vrouw,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. P.B.J. Dekker te [woonplaats],
tegen
[de man], hierna te noemen: de man,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat: mr. M.P.J. Brouwers te [woonplaats].
Betreffende de minderjarige:
[de minderjarige], geboren op [geboortedag] 2008 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [de minderjarige] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
-
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda,
hierna te noemen: de Raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.

1.Het procesverloop

1.1
De rechtbank oordeelt op grond van de navolgende stukken:
- het op 14 november 2024 ontvangen verzoek van de vrouw;
- het op 14 november 2024 ontvangen verweerschrift, tevens houdende zelfstandig verzoek van de man.
1.2
De verzoeken zijn mondeling behandeld op 14 november 2024. Bij die gelegenheid zijn verschenen partijen, bijgestaan door hun advocaten, waarbij de man de mondelinge behandeling (deels) telefonisch heeft bijgewoond. Tevens was aanwezig een vertegenwoordiger van de Raad.
1.3
Voorafgaand aan voornoemde mondelinge behandeling is [de minderjarige] gehoord. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [de minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1
Partijen zijn belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] .
2.2
[de minderjarige] woont bij de vrouw.
2.3
Bij beschikking van 27 juni 2023 heeft de rechtbank:
- onder wijziging van de beschikking van deze rechtbank van 22 juli 2016 bepaald dat het hoofdverblijf van [de minderjarige] voortaan bij de vrouw is gelegen.
- onder wijziging van de beschikking van deze rechtbank van 23 december 2020 bepaald dat de man en [de minderjarige] in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar eenmaal per veertien dagen in het weekend, met daarbij in de andere week op een nader te bepalen vast moment en tijdens een gedeelte van de vakanties en feestdagen, waarbij de precieze invulling daarvan zal worden overgelaten aan de GI.
- aan de vrouw, ter vervanging van de ontbrekende toestemming van de man, vervangende toestemming verleend om [de minderjarige] aan te melden bij [school] te [woonplaats].
2.4
Bij beschikking van 10 juli 2024 heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengd met ingang van 13 juli 2024 tot 13 november 2024.

3.De verzoeken

3.1
De vrouw verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat [de minderjarige] en de man naar eigen initiatief en invulling van [de minderjarige] contact met elkaar zullen hebben, waarbij [de minderjarige] niet bij de man hoeft te slapen.
3.2
De man voert verweer tegen het verzoek van de vrouw en verzoekt dit verzoek, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en onder compensatie van de kosten, af te wijzen.
3.3
Bij wijze van zelfstandig verzoek verzoekt de man, uitvoerbaar bij voorraad, de beschikking van 27 juni 2023 terzake de zorg- en contactregeling tussen hem en [de minderjarige] te wijzigen en een zorg- een contactregeling te bepalen, waarbij [de minderjarige] minimaal één dagdeel in het weekend bij de man zal zijn, alsmede tijdens het Offerfeest, Suikerfeest, Vaderdag en de verjaardagen van de man, de halfzusjes en broer [naam] , dan wel een door de rechtbank in goede justitie te bepalen zorg- en contactregeling.
3.4
Op de standpunten van partijen en het advies van de Raad wordt, voor zover van belang voor de beoordeling van de verzoeken, hierna ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Ingevolge artikel 1:253a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek kunnen geschillen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het gezag, zoals over een wijziging van de zorg- en contactregeling, op verzoek van de ouders of van een van hen aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank neemt alsdan een zodanige beslissing als haar in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
4.2
[de minderjarige] heeft tijdens het gesprek met de kinderrechter laten weten, dat zij de man en zijn gezin in beginsel elke maandag na school van 13.30 uur tot 17.00 uur wil bezoeken. Daarbij heeft zij zich bereid verklaard om soms nog wat langer bij de man te zullen blijven en bij hem dan het avondeten te zullen nuttigen. Mocht het soms voor haar beter uitkomen, is zij bereid om in plaats van de maandag de man in diezelfde week op een andere dag te bezoeken. Tevens is [de minderjarige] bereid om de man te bezoeken tijdens het Suikerfeest, alsook op Vaderdag en de verjaardagen van de man, haar halfzusjes en haar broer [naam] . Tot slot is [de minderjarige] bereid om de man tijdens het Offerfeest te bezoeken, maar pas nadat het slachten van schapen achter de rug is.
4.3
Tijdens de mondelinge behandeling zijn partijen alsnog tot overeenstemming gekomen over een wijziging van de zorg- en contactregeling. Deze overeenstemming komt geheel overeen met de wensen van [de minderjarige] . Partijen verzoeken thans in die zin op het verzoek van de vrouw en de man te beslissen, waarbij zij hebben afgesproken dat de vast te stellen regeling als een minimum regeling zal gelden.
4.4
De Raad heeft verklaard dat hij de overeengekomen zorg- en contactregeling in het belang van [de minderjarige] ondersteunt. Daarbij heeft de Raad de man als advies meegegeven, dat hij ook de nodige invulling zal moeten geven aan de omgangscontacten, zodat alle initiatieven niet enkel van [de minderjarige] vandaan hoeven te komen.
4.5
Nu partijen alsnog, conform van wensen van [de minderjarige] , tot overeenstemming zijn gekomen over een wijziging van de zorg- en contactregeling op de wijze zoals hiervoor onder 4.2 en 4.3 is overwogen en de Raad als de GI deze regeling in het belang van [de minderjarige] ook ondersteunt, liggen de verzoeken van partijen als na te melden voor toewijzing gereed.
4.6
De rechtbank zal de beslissing over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, gelet op de aard daarvan en het belang dat [de minderjarige] hierover duidelijkheid ervaart, uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zoals is verzocht door partijen. Dit betekent dat die beslissing alvast moeten worden gevolgd, ook als hiertegen hoger beroep wordt ingesteld.
4.7
Nu het geschil betrekking heeft op hun beider kind, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

5.De beslissing

De rechtbank:
bepaalt, onder wijziging van de beschikking van deze rechtbank van 27 juni 2023, dat de man en [de minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2008, in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken gerechtigd zijn tot het hebben van contact met elkaar op de wijze zoals hiervoor onder 4.3 en 4.4 is overwogen, met de bepaling dat deze verdeling het karakter heeft van een minimumregeling;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Toekoen, en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2024, in tegenwoordigheid van Van Dongen, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.