Op 14 november 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren op [geboortedag] 2022. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Brabant, die verzoekt om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van een jaar, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening. De moeder van de minderjarige is belast met het ouderlijk gezag, maar is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 11 november 2024. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige sinds augustus 2022 bij de pleegouders verblijft en zich daar positief ontwikkelt, ondanks zorgen over de emotionele regulatie van de minderjarige en de problematiek van de moeder, die zowel psychische als verslavingsproblemen heeft. De kinderrechter heeft de gronden voor de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing als nog steeds aanwezig beoordeeld, en heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 17 november 2025. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld.