ECLI:NL:RBZWB:2024:8144

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
C/02/428168 / FA RK 24-5048
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Struijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een woonzorgcentrum voor een betrokkene met dementie

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek om een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1936, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening in de vorm van dementie. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft een opname voor de duur van zes maanden. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden in het ziekenhuis waar de betrokkene verblijft, en daarbij zijn de betrokkene, haar zoon en een zorgverantwoordelijke gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar aandoening, wat zich uit in lichamelijk letsel, psychische schade, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene is gedesoriënteerd en niet in staat om voor zichzelf te zorgen, wat heeft geleid tot gevaarlijke situaties. Ondanks de inzet van wijkverpleging is het niet mogelijk gebleken om de betrokkene in de thuissituatie voldoende te ondersteunen. De rechtbank concludeert dat opname in een woonzorgcentrum noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen.

De betrokkene heeft zich verzet tegen de opname, maar de rechtbank oordeelt dat aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van de machtiging is voldaan. De machtiging is verleend tot en met 15 mei 2025. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Struijs, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/428168 / FA RK 24-5048
Datum uitspraak: 15 november 2024
Beschikking rechterlijke machtiging
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1936 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats 1] ,
thans verblijvende in het [ziekenhuis] te [plaats 2] ,
advocaat mr. J.H.P.M. Verhagen te Breda .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van deze procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 29 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 15 november 2024 in het [ziekenhuis] te [plaats 2] , op de afdeling waar betrokkene momenteel is opgenomen en verblijft. Bij die behandeling zijn verschenen en gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • de heer [naam 1] , de zoon van betrokkene;
  • mevrouw [naam 2] , zorgverantwoordelijke bij [thuiszorg] (telefonisch).

2.Het verzoek

2.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
3.2.
De rechtbank overweegt, gezien de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening in de vorm van dementie. Deze diagnose is in 2021 reeds gesteld en de onafhankelijke arts die betrokkene in het kader van het opstellen van de medische verklaring in deze procedure heeft onderzocht, heeft deze diagnose bevestigd. Namens en door betrokkene is voormelde diagnose ook niet betwist.
3.3.
Het gedrag dat betrokkene vertoont en dat voortvloeit uit deze aandoening, leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang.
Onder invloed van dementie is betrokkene gedesoriënteerd in tijd, plaats en persoon. Zij kampt met geheugenstoornissen op korte en lange termijn. Daarnaast functioneert zij steeds minder goed. Doordat betrokkene niet meer structureel eet en drinkt, is zij fors afgevallen. Betrokkene heeft zelf niet meer in de gaten dat zij moet eten en drinken. Wat zij eet en drinkt, is voornamelijk ongezond. Ook is zij niet meer in staat om zichzelf te verzorgen. Zelfstandig komt zij tot niets meer. Zo zit zij de hele dag passief voor het raam.
Het is de rechtbank verder gebleken dat betrokkene valgevaarlijk is. Het lukt haar dan niet meer om zelfstandig op te staan. Daarnaast lukt het haar niet om, indien nodig, gebruik te maken van de alarmering. In de ochtenden wordt betrokkene regelmatig op de grond aangetroffen door de wijkverpleging vanuit [thuiszorg] .
Onlangs is betrokkene, zo heeft haar zoon aangegeven, in de ochtend in een zorgelijke toestand aangetroffen door de wijkverpleging. Gebleken is dat zij een te lage suikerspiegel had, waardoor zij bijna een hypo kreeg. Gelet hierop is zij met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht, waar zij nu nog steeds verblijft. Op de vraag van de rechter wat er precies is gebeurd en waarom betrokkene momenteel in het ziekenhuis verblijft, kan betrokkene geen antwoord geven.
3.4.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Ook zijn er geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Hoewel de wijkverpleging vanuit [thuiszorg] meermaals per dag bij betrokkene thuis langskwam, is het voor [thuiszorg] niet mogelijk om voortdurend te monitoren of betrokkene voldoende eet en drinkt. Dit kan, zoals onlangs is gebleken, tot (levens)gevaarlijke situaties leiden. Omdat het betrokkene niet lukt om, indien nodig, te alarmeren, is het bovendien niet mogelijk om niet-planbare zorg in de thuissituatie in te zetten. Gelet hierop heeft betrokkene 24 uur per dag zorg, begeleiding en nabijheid nodig. Dit kan, ondanks de inzet en de betrokkenheid vanuit het netwerk, in de thuissituatie niet (meer) geboden worden. In een woonzorgcentrum kan daarentegen wel al het nodige aan zorg aan betrokkene worden geboden. Dat betrokkene baat heeft bij 24-uurs zorg en begeleiding blijkt onder meer uit het feit dat zij, vanwege het gezonde en regelmatige eten en drinken dat zij in het ziekenhuis aangeboden krijgt, thans de toediening van insuline aan het afbouwen is.
3.5.
Betrokkene verzet zich tegen de opname en het verblijf in de accommodatie. Hoewel betrokkene zich momenteel in het ziekenhuis niet verzet tegen haar opname en verblijf daar, lijkt dat niet langer het geval te zijn wanneer zij verder hersteld is en zij uit het ziekenhuis wordt ontslagen en zij wordt overgeplaatst naar een woonzorgcentrum. In het verleden heeft betrokkene steeds aangegeven dat zij thuis wil blijven wonen en dat zij niet wil verhuizen naar een woonzorgcentrum. Ook ter zitting geeft betrokkene aan dat zij na haar opname in het ziekenhuis weer terug naar huis wil. Gelet hierop is de situatie kan niet worden aangenomen dat betrokkene instemt met een opname en verblijf in een woonzorgcentrum, waardoor er sprake is van verzet als bedoeld in de Wzd.
3.6.
Gelet op het voorgaande wordt, naar het oordeel van de rechtbank, voldaan aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een rechterlijke machtiging voor betrokkene. Het verzoek zal daarom op onderstaande wijze worden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf voor [betrokkene] , geboren op [geboortedag] 1936 in [geboorteplaats] ;
4.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 mei 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024 door mr. Struijs, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos als griffier en op schrift gesteld op 29 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.