In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de hoogte van de tegemoetkoming die zij als kind van een gedupeerde aanvrager kinderopvangtoeslag heeft ontvangen. De Dienst Toeslagen heeft eiseres op 1 maart 2023 een tegemoetkoming van € 10.000,- toegekend in het kader van de kindregeling, maar eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Het bezwaar is door verweerder ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het beroep bij de rechtbank. De zitting vond plaats op 15 oktober 2024, maar eiseres en haar gemachtigde hebben zich afgemeld.
De rechtbank heeft beoordeeld of de tegemoetkoming van € 10.000,- terecht is toegekend op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De rechtbank concludeert dat de wetgever de situatie van de kinderen van gedupeerden voor ogen heeft gehad en dat de tegemoetkoming niet bedoeld is als compensatie voor geleden schade. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt dat de hoogte van de tegemoetkoming niet kan worden aangepast op basis van de hardheidsclausule, omdat deze niet van toepassing is op de hoogte van de tegemoetkoming zelf. Eiseres heeft ook verzocht om schadevergoeding, maar de rechtbank wijst dit verzoek af, omdat de wetgeving dit niet toestaat. De rechtbank concludeert dat de tegemoetkoming van € 10.000,- terecht is toegekend en dat het bestreden besluit in stand blijft.