In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 november 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de hoogte van de tegemoetkoming van € 10.000,- in het kader van de kindregeling beoordeeld. Eiseres, een dochter van gedupeerden in de toeslagenaffaire, ontving deze tegemoetkoming op basis van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Dienst Toeslagen, dat haar een tegemoetkoming had toegekend, en stelde dat de hoogte van de tegemoetkoming niet voldeed aan de door haar geleden schade. De rechtbank oordeelt dat de tegemoetkoming van € 10.000,- conform de Wht is toegekend en dat er geen ruimte is voor afwijking van dit bedrag, aangezien de wetgever de situatie van de kinderen in de toeslagenaffaire voor ogen had bij het opstellen van de wet. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding en het griffierecht wordt niet vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.