Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
voorlopiggerechtigd zijn tot het hebben van begeleid contact met elkaar twee keer per week gedurende twee uur alsmede dat deze regeling kan worden uitgebreid indien dit door de zorgaanbieder in het belang van [de minderjarige] wordt geacht. De overige beslissingen zijn bij deze beschikking aangehouden in afwachting van het onderzoeksrapport en bijbehorend advies van de Raad.
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
- [de minderjarige] heeft goed en onbelast contact met beide ouders en ervaart toestemming van beide ouders om dit te hebben;
- [de minderjarige] heeft ouders die gezamenlijk invulling kunnen geven aan het ouderschap en afspraken kunnen maken in het belang van [de minderjarige] en komen deze na;
- [de minderjarige] heeft ouders die kunnen aansluiten op de emoties van [de minderjarige] en hem kunnen begrenzen, aansturen en uitdagen in de opvoeding.
6.De beslissing
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.