Uitspraak
2.Het verzoek
3.De beoordeling
- Partijen hebben een affectieve relatie gehad.
- [de minderjarige] is op [geboortedag] 2023 te [geboorteplaats] geboren.
- [de minderjarige] is niet erkend.
- De vrouw is belast met het gezag over [de minderjarige] .
- De vrouw is op 2 juli 2024 met [de minderjarige] vertrokken uit Nederland
- De vrouw zou na een verblijf in Polen teruggekeerd zijn naar [plaats 1] , Oekraïne.
- De man heeft de Slowaakse nationaliteit.
- De vrouw en [de minderjarige] hebben de Oekraïense nationaliteit.
ex tuncworden beantwoord en het gaat dan om het werkelijk verblijf. Nu [de minderjarige] ten tijde van de indiening van het verzoek bij zijn moeder woonachtig was in [plaats 2] , is deze rechtbank bevoegd om op het verzoek van de man te beslissen.
4.De beslissing
27 februari 2025, in afwachting van het verslag van de bijzondere curator;
[datum] 2025 om [uur], in het gerechtsgebouw aan de Stationslaan 10 te Breda ,