Op 14 november 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2009. De zaak betreft de minderjarige die onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Brabant. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige aanvankelijk bij zijn vader en stiefmoeder woonde, maar sinds mei 2024 bij zijn moeder verblijft. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige en de zorgen rondom de woonsituatie bij de vader en stiefmoeder in overweging genomen. Er zijn ernstige zorgen over de stabiliteit en veiligheid in het gezin van de vader, waaronder financiële problemen, criminele activiteiten en huiselijk geweld. De moeder heeft de zorg voor de minderjarige op zich genomen en biedt hem een veilige en gestructureerde omgeving. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 10 november 2025 en de machtiging tot uithuisplaatsing bij de moeder te verlengen tot 10 augustus 2025. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, waarbij ook aandacht is voor het herstel van het contact met de vader.